I, Erzählende Schriften 17, Das Schicksal des Freiherrn von Leisenbohg. Novellette (Fluch), Seite 6

box 2/7
des Freiherrn von Leisenbohe
17. Das Schicksal
ane auunues Telheiinen nbeng
k#cen brief un Kopenhagen!
Toen vroeg ik naar Reigen — en dr.
lji
Schnitzler kwam rustig tegenover me staan
stra
of daar al connecties voor bestonden om
De Teisgranf, A
het in Holland opgevoerd te krügen?
Vei
Nee, was fet antwcord, ik geef het uit¬
voeringsrecht van dat stuk niet 200 gauw
ik
af. Ik wil niet hebben, dat het opgevoerd
te
wordt met speculatieve doeleinden.
2 5 APR. 1922
var
Het is ock onwaar wat men in Duitsch¬
land bij het proces gezegd heeft, dat Rei¬
gen dingen op de planken gebracht heeft,
reit
die er neg nooit op gewedst waren, en dat

KUNST EN LETTEREN
aa:
het gordiin zakt cp zekere momenten. Maar
var
in hoeverl tooneelstukken gebeurt dat niet?
val
En wat er verder gezegd is dat ik zeif
601
dit stuk niet voor opvoering geschikt achtte.
ARTHUR SCHNITZLER.
Nee, toen ik het schreef was de decortech¬ smi
Het zal maar weinige“ dagen schelen of
tei
niek ook nog miet zco ver. En ik ben er
Schnitzler viert zyf zestigsten verjaurdag
me
1
van avertuigd dat het mct de opvoering
hier te lande. Hij zou het ongerwiifeld kunnen
doen te midden Nan een aantal van zünon¬
nog niet heelemaal in orde is!
wrikbaars(e en günzinnigste bewonderaars en
Maar dat de inhoud miet voor het tooncel
verwanten en #an zeer velen, die hem ten
geschilst zou“ ziln, ik spreek niet gauw in

minste zeker weten te waardeeren met de
't openbaar, maar bij dit stuk is zoowveel
eenvoudige enSéerlüke woorden van Alfred
66
onwaars gezegd, dat ik het daarbij niet
Kerr: „Er hat uns oft ergriffen, oft nachdenk¬
nalaten kon om naar de pen te grifnen.
lich gemacht. Ein Poet ist er.“
he
De koffer was intusschen uitgepakt.
Het is niet oneigenaardig, dat „De Eenzame
Weg“, die Verkade bii deze gelegenheid weer on
Het wvriendelijk babbeitje dreigde ver¬
0
het tooneel brengen zal — nadat „Het Schouw¬
stcord te worden.
8
tooneel“ hem verleden jaar bracht — een van
Mäar op de trap kon ik nog juist vragen
de eerste werken is, een van de voorloopers
hoe dr. Schnitzier over de jongere kunst in
eigenlijk van de laatste periode, waarin
Weenen dacht, vooral in verband miet de
Schn
itzler nog verkeert, waarin steeds meer
economische omtand gbeden.
em van den ouder wordenden man
En ook nog juist kon dr. Schnitzler ver¬
elpunt treedt („dr. Gräsler, Ba¬

tellen hoe hij absoluut geloofde dat Duitsch¬
va's Heimfahrt“, „Die
land en Oostenrijk nog cen periode van bloei
de lnatste, de rüb¬
plukt 2
zulien tegemoet gaan, niet alleen maatschap¬
hi in
pelijk maar ook geestelijk. Want het is op¬

vallend hoe juist onder deze financieele
moeilijkheden de geestelijke arbeiders mer
alle kracht werken om,
Ha, riep cen vrouwestem, toch cen inter¬
view, toch cen interview.
*
Maar dr. Schnitzler schudde energiek #'n
hoofd, maar drukte toch miin hand met een
harteljjk:
ahr,
Grüsz Gott, auf wiederschen.
enze
de methode van
NIEUWE UITGAVEN
00
matische
de n
welift
444
aker
Giner
unde
mperament.
d toe. Bira al
ning, analyse, nuance,
Samenvatt
espanner.
bij dezen ge
ligen, iet¬
eenschen d
be Telsgraal, Amsteruner
niet zoe-
n fiiné, omzie
ediagnose:
ingrifpen laat hij een ander;
nde begaafdste en füinste Com¬
men
lvers en verklaarders van er.
over cey
2 5·4PR 1922
vorige generatie. maar een drama¬
tisch schriver en schepper van gestalten is
hij niet: daartoe ontbreekt hem de kracht en
het geloof.
Men weet misschien, dat hif in ziin Jeugd
De komst van Arthur Schnitzler.
aarzeide tüsschen toopassing van ziin psycho¬
logischen drang tot erkennen als vorscher of
AMSTERDAM, 24 April. — Nadat het, door
als dichter en dat hij Freud’s inzichten min
een lichte ongesteldheid „van dr. Arthur
of meer voorvoeld on voorzegd heeft. Het ver¬
Schnitzler onzeker was geworden of hij op den
klaart veel in ziin werk.
vastgestelden datum in ong lanfl zou kunnen
Joseph Körner, die kort geleden een zeer
ziin, meldt men ons thans uit Den Haag, dat
interessant, waardeerend en kritisch boek over
deze bekende Oostenrijksche auteur daar mor¬
Schnitzler publiceerde (X), verdeelt zin werk#
gen aankomt. In de kunstzaal Kieykamp zal
in drie periodes en merkt op hoe men, zelfs
Them tegen 5 uur eer thee wor len aangeboden,
zonder de dateering van het ontstaan der boe¬
waanbij de leden tocgang hebben.
ken te kennen, ze onwillekeurig in de juiste
volgorde van ontwikkeling zou schikken. Tot
1897 ongeveer overheerscht de levensopratting
van den man van de wereld, den genieter,
„Anatol“, „Reigen“, waarin „Paräóelsus“kie¬
men voor de toekomst bergt.
Tot ongeveer 1913 regeert een tweede alge¬
meene, rüpere, mannelliker stemming. „Frau
Berta Garlan, Der Weg ins Freie“, vallen o.m.