Faksimile

Text

23. Der Neg
ins Frei
box 3/1
Der uagaus Hieie
doch oneruihien. Dae Techt had alleen betrekking op de naamd afgeschaft zal blijven,
te doen gescmleden.
ouderden wensch te wijzigen
watervlakte, ingencmen door liet meest naar buiten ge¬
ie gulst, Wae mien Die Voen werden toen aangehouden.
heuglijken feestdag, den gebe
legen dok in den openbaren waterweg en betrof 4200
Thans zijn volr de verschillende departementen (bin¬
teit onze geliefde Koningin,
M2. van de ter beschikking der Maatschappij gestelde
nenl. zaken; burtenlandsche zaken, marine en landbouw
it het levendig ge¬
gustus, eenvoudig te wenscher
11,550 Mz. Wan terrein is dus geen sprake.
enz.; Justitie; financiön, oorlog, waterstaat en kolonièn)
Es worde:
Behalve de socialisten, zal ie
Overigens zij nog even in herinnering gebracht dat
afzonderlijke wijrigings-voorstellen aanhangig gemaakt.
n, die onder de be¬
vatten, toejuichen en dankba
mijn voorstel ten opzichte van dat meest naar buiten
omstandigheden zich! Deze betreffen thians alle ambtenaren, wier belooning
ogte als hunne Euros 1 zich tusschen ven minimum en maximum beweegt, 1 gelegen dok nog nict lang geleden door B. en W. werd ] geering waaronder wij Nederl
dat het in het ile vervliegt.
ereien enrsit in in uier vennste 1. 10
aal Iuxe-menschen. Do
omgeven door ein vjjandige meerderheid van zeer laag
En dat is ten slotte, de ind
ten.
staandon: Joodiche beschawing tegen „Christolijke“'
llen: hij is niet het¬
heele Joden-schildering knjgt:
Eisler, vader en zoon. Eisler Sr., indertijd de beroemd¬
barbaarschheid. In Hirschfelds laatsten roman vindt men,
, bij den bank-direk¬
om het effect, om de gelegen
ste boxer van Weenen (dat is niet alledaagschl cen Jood¬
in den grond, hetzelfde: het op het goede gerichte
eenen blifft de geld¬
zelf door gaf geestige, verrass
sche vechter-met-de-vuisten !) bij gelegenheid verkooper
streven van een Jood wordt gedwarsboomd en verjjdeld
rwil hij bij den ander
verbluffende dingen te laten 2
van antiquiteiten en, op het oog, een Hongaarscho
door de baatzucht van hem verachtende Christenen. In
enkel maar zo0 cens
nomie van den roman betee
magnaat. Eisler Junior eon man van de wereld die juist
den roman van Mermann wordt het leven van de Joden
dt. Maar niettemin;
samenleving niets. De eigenli
absoluut Jood wil zijn, en iedereen er op aon kijkt of
in Berljjn tijden Friedrich Wilhelm III getoond van
Herende van hun leven
te
de van Georg von Wergenth
hij het soms in ziju hart haalt daar wat op tegen
een bepaald standpunt uit: als de tragedio van den
enschen buiten geld¬
volbloed-Duitschers — staat g
hebben. In welk geval hi, Willy Eisler, om nadere ex¬
zich aan de Duitschers assimileerenden Jood die door
tjjd, de gelegenheid
En dit nu is juist het moo
plicaties zou mooten verzoeken. Heinrich Bermann,
zijn door-en-door Joodsche familie nit het onbeschaafde
leven naar eigen lust.
schrijver van tooncelstukkken die ziin kunstenaasschap
haal van die liefde. Hoo von
Oosten — Gallicie, Polen, de Russische grenslanden, —
le kanten, het groeit
veracht, en zichzelven maar éen wezenlijk vermogen toe¬
lief kriigt, tot de zijne ma
weer naar omlaag wordt golmald. Op deze of gene wis¬
zich tot het uitorste.
kent: „in menschenzielen te kiken, diep er in, in de
Anna van het eerst tot het
ze hebben die allen (en dat heeft ook Dehmel gedaan
twikkoling des gevoels
zielen van schurken en cerljjko lui, van vrouwen, man¬
bedenkt dan zijn geluk, en d
in zjjn geschiedenissen van Joodsch-Christelijke liefden)
dierbare Ik is het
I nen, kinderen, van heidenen, Joden, protestanten, ja zelfs
der zelfs te voelen dat het
cen algemeene beschouwing gegeven, of truchten te ge¬
e an het allesevervul¬
van katholicken, adelljjken en Duitschers;'' en die ge¬
scheid, den man dien zjj m
ven, van „het Joden-vraagstuk“'. Maar dat doet Schnitz¬
uitzondering zin dat
voelt „dat er niet veel noodig is om in elken Jood de
en harteloozen egoist die hij
ler niet. Iljj geeft hier enkel cen hecle galerjj portret¬
nsgeluk het genoegen
zelfverachting wakker te maken, die in het binnenste van
geeft: „Vergeet ons niet ige
ten van Joden die, — en dat is het zonderlingste van
uitzondering mannen
zijn hart sluimert.' — Stauber vader en zoon. De oude
Schnitzler verhaald met een
alles — met de handeling in zijn bock eigenlijk nict te
ort: die houden zich
Stauber een gelcerde en tevens cen menschenvriend, ecn
zicht en teederheid. Dat is we
maken hebben, althans niet in hun qualiteit van Joden.
scherpe oogen, glim¬
wijs man, als arts een heeler van lichamen en van zie¬
belei“, en van „Freiwild“ vo
En hoewel hij een menigte fiine opmerkingen omtrent
ns op, en feliciteeron
len beide. De jonge Stauber eveneens cen geleerde, maar
Anna Rosner heeft niet enke
hen maakt — of laät maken, want, naar het uiterlijk
uitstaande hebben.
die, door zjju energie, zich nit zijn laboratorium in het
van de vrouwen uit die vroeg
en den vorm verdwijnt hij volkomen nit zijn werk —
ementuir noemen zon¬
oublicke leven heeft laten deijven, en cen walgings-kuur
heldere verstand dat die opof
geeft hjj toch nergens explicite noch implicite de bij¬
Ehnitzler’s parlements¬
doormaakt in het Perlement. Tusschen twee hnnkjes,
temperament tot een uiting
zondere opvatting, de theorie uit al die opmerkingen
egolsten, dupes, en
daar ontmoet Schnitzler cen collegh-Jolienstfhrjjver.
weet, on zjj wil, waar die g
resulteerende, die men als de rechtvaardiging van den
van zjjn Weeners
Hirschfeld. Wat die in ziju laatsten roman over parle¬
zich lieten gaan. En dat is
geheelen opzet verwacht. Zoodat men vragen moet —
mentarische toestanden in Oostenrjjk Hongarije schrifft
zij, bijna van het eerste 5
waartce en wanrom eigenlijk die heele nadruk op het
deze drie typen met
staat met andere woorden in dezen eersten van Schnitz¬
liefde voor Georg haar niet
specifick-Joodsche?
Schnitzler tot nog
ler. Er is niets vreemds in die overeenstemming. Het
gen: en niettemin geeft wat
Maar laat men dat nu ter zjjde, dan kan men zich
Degenen die „den'
„Parlementsbericht'' van de eerste beste Oostenrjjksche
Een soortgeljjke volwaking
verlustigen in den rijkdom van Schnitzlers Joden-voor¬
enEebhen klaarblijke-
courant geeft een aanvullende verklaring.
den dilettant uit zuivere zel
stelling. Welk cen menigte types heeft hij hier bjjeen¬
zou geven. Hjj heeft
Hier met het portret van den jongen Stauber, en la¬
is en arm wordt, omdat, ten
gebracht ! Wel torverstaan, — hij is streng binnen dien
leurstelling. Zjj ligt
ter komen dat van Leo Golowski en zjjn zuster There¬
Ik juist het geringste, slapst
allernauwsten kriag gebieven van Joodschen rijkdom en
deljjk wes; niet aun
se er bij, gaat Schnitzler toch een paar stappen buiten
der is dan wat ter wereld
zi#anhngers. lij toont alleen bankiers en bankiers¬
gepesen.
den nauwen kring van zisn luxe-menschen, Stauber heeft
ste, dat door ecnige opo
families met wät daaraan vast zit van journalisten,
ere reden teleurgesteld
cen politiek idenal, en liidt er voor. Thérèse is cen
aangename dingen gekoch
schrijvers en andere „intellectucelen.?' Maar wat cen
en reden daartoe. Zi
socialisten-leidster. Golowski, in zijn diensttijd bjj het
egolste-figuur is een vaste
rijke variaties vag deze cene soort!
ing dien hij getoond
leger door een antisemitischen luitenant grof beleedigd,
als die van het slachtoffer
De familie Ehrenberg; Ehrenberg Senior is con geloo¬
heeft vorkleind. De
maakt van het cerste nur van zijn vrijheid gebruik om¬
Wergenthin is, in ziin geurt
vige Jood. Zienist in zijn vrijen tijd, die alleen om zijn
Weenen, — goed. Maar
ziin beleediger uit te dagen.
hij is, en hij wil het zin,
familiete believen S. in plaats van voluit Salomon op
het grootburgerlijke
„Gisteren, mencer de Juitenant, zijt u meér geweest
ven door ziin temperament,
zin deur zet, den beau-monde die op de ontvangdagen
van het Joodsch-groot¬
dan ik, voorloopig zijn wij geljjk, maar morgen om de¬
gelijken in Schnitzler's werl
van zijn vrouw verschijnt nict wil kennen, en vacantie
van een allerkleinsten
neert het.
zen tijd zal een van ons twecön weer meer zijn dan de
neemt uit zijn zaken om naar Jeruzalem te gaan. Met
van de Weener samen¬
Heeft Schnitzler dat precies
andere.“ Do blteckenis van het „ietwat talmudistische
dat al heeft hij zijn zoon Oskar niet op den weg der
goed. Zjj voolen zich
aan mogen trifelen. In het
gezegde'' wordt den niet-talmud-kenner duidelijk gemaakt
vaderen kunnen houden. Oskar heeft zich laten doopen,
ist zouden ze Schnitz¬
door ecn vuistslag tegen het voorhoofd. „En na het
Als Georg ziin vader een
is reserve-officier bij de Uhlanen, zoekt den omgang
iet !
tweede schot is Golowski werkeljjk aanmerkeljjk veel
speelt „een eenvondige meld
zijner adelljke kameraden; en is, al doende, 266-
ölf partij wanneer men
barmonieen, die het simpele
meer geweest dan de Juitenant, want die was niets, min¬
zeer Christen Oostenrijker en edelman geworden, dat hij
Waartoe zulk een zelf¬
en daarbjj overgaat in „wild
der dan niets: cen doode“. Een politick ducl — dat is
bij het voorbjjgaan aan een kerkdeur het hoofd ont¬
iets nieuws in Schnitzlers werk — die hij tot nog toe
vraagt de vader, een kenner
bloot. Wanneer zijn vader, dat ziende, hem op de open¬
voro tegenwoordig in
liet uitvechten gebeurden om „cavaliers-händel“.
van ziju zoon, schljnt het —
bare straat een oorveeg geeft, wascht hij zjj bezoe¬
den jaar mankte Georg
besluit: Nürnberger, menschen-kenner en levens¬
En z00 als dat er staat wo
delde eer rein doer ziin eigen bloed. Kan het correeter?
iin Jettchen Gebert —
beschonwer die schrifver moest zin eigenljjk, maor uit
De oude man spreekt cr me
Zijn zuster Else wijkt nag cen anderen kant, even
toe doordrong, blijkens
dat Georg er komen zal, in
pure zelf-critick er niet toe komt. Hjj is de kritikus
ver van de Joodsche traditie al: zij zockt het in het
ux Mondes opnam over
van de Joden als van alle andere menschen en dingen.
leven, Het ééne jaar dat Sc
erigineele. Zjj weet nict zeker of zjj actrice, pleogzus¬
er toe gebracht heoft
Door hem uit Schnitzler zijn eigen gedachten over „het
is cen bevestiging van dat
ter, groote dame in Weenen, milliardairsvrouw in Chi¬
ekomen — de pas ver¬
bi
Jeden-rraagstuk.“ Daarmee komt hi het dichtste
op het eind, stelt Schnitzler
cago of gezellin-op-de-vlucht van cen virtuoos of cen
dert langer al bekend
dat wat men zich wel moet voorstellen als zin doel.
Spaanschen officier zon willen zijn: soms daareniegen
den man die „den weg naar
r die „Juden von Zirn¬
Maar het is alleen een naderen, geen bereikon. Ook
den. Men mag wel vragen:
heeft de gedachte ook wel een bekoring de brave stille
ele Joden-drama's. Van
Nürnberger zegt niets definitiefs; tenzij men dan als
Een andere is niet te ontde
zorgzame vrouw van ccn eonvondigen „Gutsbesitzer'' te
is ecn geheel deol —
het „tot niets verplicht te
zoodanig zou willen schatten zijn opmerking „dat de
worden, eene moeder van vele kinderen, vroeg-grifs (van
ld met de geschiedenis
Joden misschien cens zullen blijken cen menschheids-fer¬
begin af als de allerbegcerljj
wege de zorgen) en met een zacht-gelaten glimlach al¬
sten en een Jodin; en
ment to zin geweest.“ — cen opratting die hier niet
tijd op het gezicht (vanwege de ourechtvaardigheid van
ler zou kunnen antwoorden:
ber die Liebe'?) vin¬
voor de cerste maal die formule vindt. Voor het ove¬
het slag van Wergenthin is
het Lot). Zjj zeu gaarne iets hcei buitengewoons doen,
idder en de Spaansche
rige zijn het alles maar „boutades', paradoxen, geestig
waar iedercen % handen van in elkaar slocg. Maar de
trotscert. Maar bij allen
i natuurlijk. Schnitzler is buitengewoon geestig. Hjj heeit
buitengewone dingen zijn z00 moeilijk te volbrengen!
ders dan bij Schnitzler.
gezegden die aan Heine doen denken. Maar men voelt
En, gelukkig voer de rust der familic, houdt Elsje van
Endorf als voorbeeld te
haar gemak meer dau van denig ding ter wereld. Mama
er alte duideljjk in het welgevallen aan de geestigheid
en als cen kleine min¬
Ehrenberg is heei kalm onder al haar voornemens. De
op zich zeif ôm zich zelf, om het even of cen waar¬
deljjk hooger staanden, I gpede vrouw voorziet van het begin af het voordeelige heid belicht wordt door het schitterende vuurwerk of