Faksimile

Text

W
18. Der
ENZAME WEG VAN ARTHUR SCHNITZLER.
Schnitzler is reeds meer dan 20 jaar oud en wordt door
or velen met hem, voer ziin best geschreven tooneel¬
Het heeft langen tijd tot miin illusies behoord het opte
fraaie vertaling van Frans Mijnssen is indertijd ten be¬
e Haghespelers' gemaakt, maar bleef van het een op
liggen, doordat het scheen, alsof er geen juiste rolver¬
orden verkregen.
Frlog is veel in de wereld veranderd en de levensopvat¬
gemeen gesproken, is aanmerkelijk gewijzigd. Zoo kan
#ik van „De Eenzame Weg'’ op het oogenblik zien het
zaamheid der menschen. Men kan het stuk beschouwen
ontroering als vroeger, maar toch objectiever, nu de
n hier en daar zich voelbaar maken van een grooter
het gemis aan gemeenschapsgevoel.
stuk van Schnitzler bewandelen een eenzame weg. Het
toffers van een periode van een te individualistische
wving, zoowel de egoisten als de altruisten, die in het spel
nnen op middelbaren leeftijd: Fichtner, von Sala en
zeer verscheiden in hun wezen. Alle drie kunstenaars,
zich in te groote spontaniteit, min of meer als kunste¬
en komt in hem, nu hij wat ouder wordt, het verlangen
den vroegere scheppingskracht weer boven. En deze
wart hij met de genegenheid voor den zoon van Gabriele
, de jeugdige officier, die in waarheid zijn natuurlijken
et de zoon van Prof. Wegrath. Fichtner staat als een
1 zijn gaven in het leven. Zonnig en onbezonnen van
te denken aan de consequenties van zijn daden, leefde
n impulsies en begrijpt, wanneer hij ouder geworden is,
ij vereenzaamt.
eft geleefd voor zijn gezin dat hij niet kent, en zijn werk,
geheel voldoet. Hij is Directeur van de Schilders Acade¬
er kunstenaar door zijn volharding en zijn vlijt, dan door
sdrang en gaven.
Gabriele heeft uit schulebesef voor het begane onrecht
oenmaligen bruidegom, haar leven verder geheel aan
beide kinderen, Felix en Johanna, gewijd. Haar leven is
gebouwd, maar het heeft „het geluk van cen geheel
dragen.' Wanneer zij sterft valt het gezin echter, zooals
teen.
derde kunstenaar is een dichter, die het leven, naar het
oken, egoistisch-bewust leeft, zonder deemoedig geloof
r met de algeheele levens-voldoening: bevrediging van
Hij is los van sentimenten als aanhankelijkheid voor,
heid van anderen. Het zich bewust uit-leven is zijn
tegenover den dood staat hij vijandig.
ed, als zijn einde nadert, met de erkenning dat ook hij
Zie vervolg voorlaatste bladzyde.
box 23/5
met leege handen staat, doodt hij zichzelf en doet daarmede zijn
ievenstheorieën teniet, als aanbevelenswaardig voorbeeld, hoe sterk
ook door hem zelf doorgevoerd. Sala is vanuit zijn levens-standpunt
beschouwd, een held.
De dochter van Wegrath is een oversensitieve natuur, die als kind
in een droom leeft, maar niet op kan tegen de werkelijkheid van het
leven als zij volwassen wordt. Met aandoenlijke teederheid klampt 2i
zich aan den held van haar jeugd, von Sala, vast. Zij kan het lijden
van anderen niet verdragen en zooals de ziekte van haar moeder haar
van haar vervreemde, zoo is het Johanna ook onmogelijk voort te
leven met de wetenschap dat von Sala, die een ongeneeslijke kwaal
heeft, sterven moet. Zij verdrinkt zich in den kleinen stillen vijver in
von Sala’s tuin, opdat „deze vijver haar beeld zal vasthouden''; een
fantastische onwerkelijkheid, die zij tot werkelijkheid tracht te her¬
scheppen.
Felix is de belofte, volgens von Sala, van een nieuw geslacht: min¬
der geest en meer houding. Hij verkiest ten slotte de vader, die hem
heeft verzorgd en opgevoed, boven ziin natuurlijken vader, die hem
alleen het leven gaf.
Irene Herms, de tooneelspeelster, is een opgewekte, spontane vrouw,
liefhebbend maar vereenzaamd, omdat zij geen kinderen heeft, terwijl
zij er een had moeten hebben, en omdat zij haar vrienden langzamer¬
hand door haar leeftijd verliest. Zooals zij zelf zegt, begonnen de
mannen steeds haar lief te hebben, maar zij, die beter uit hun oogen
keken, trouwden per slot met haar zuster, of.,, een van haar zusteren.
Een hoogst merkwaardig figuur in dit stuk is, als in bijna alle stuk¬
ken van Schnitzler, de dokter. Hij is de troostende en gevende figuur,
die zijn eenzaam leven leeft en anderen steunt en dien waarschijnlijk
nu en dan het leven toch zeer zwaar valt, wanneer alleen van hem
wordt gevraagd, terwijl hij zelden of nooit zeif mag ontvangen. Jo¬
hanna verzet zich tegen ziin liefde alsof hij haar vijand ware. Voor
haar zieke moeder is hij de biechtvader, voor den zoon de vriend en
voor het geheele gezin Wegrath de steun, waarop men zich te allen
tijde verlaten kan.
Het is opmerkelijk, hoe door scherpe observatie, Schnitzler deze
zeven menschen tot levende figuren heeft gemaakt, allen zoo verschil¬
lend en alleenstaand, terwijl hunne levens toch in die mate onderling
met elkander verstrengeld zijn en samengegroeid, dat zij als een ge¬
meenschap aandoen.
Schnitzler heeft deze voor ons ontleed in hun diepste wezen met de
koelheid en zekerheid van een chirurg, maar ondanks alle objectiviteit,
waarmede hij dit deed, hebben deze zeven geestes-kinderen van hem
allen een gevoeligheid en warmte mede gekregen, die ons nader tot
de menschheid brengt, omdat deze eenzame figuren allen zoozeer de
genegenheid, de warmte en de liefde behoeven, waarmede zij als on¬
verstandige kinderen spelen, of waarmede door anderen gespeeid
wordt.
Het verlangen naar minder geest en meer levenshouding spreekt uit
jederen regel, en dit verlangen klinkt mede als een belofte.
Evenals „Professor Bernhardi' zal „de Eenzame Weg’’ over een 50
jaar cen zuiver beeld geven van een intellectueel milieu van voor den
oorlog. Nu ziin wij er nog te veel mee vergroeid om het geheel als
zoodanig te kunnen aanvoelen.
EDUARD VERKADE.