box 6/5
39. Ein Erfol
RR AAeRARRSRA S
had zelfs dienst gehad in een straat waar het
FEUILLETON
fietsen verboden was en waar het ziin voor¬
ganger was gelukt op een beroemd geworden
dag zeven en zestig fietsers naar het politie¬
bureau te sturen. Zoodra Engelbert Friedmaier
den post betrok, was alles anders geworden.
TEN SOCELS
De woeste rijders gingen over in een voetgan¬
gersdrafje, de beruchtste snelheidsmaniakken
door
gingen kalm huns weegs en de wilde fietsers,
ARTHUR SCHNITZLER
die Engelbert met een kloppend hart de ver¬
boden straat zag naderen, stapten af en gingen
met de fiets aan de hand tot den volgenden
Engelbert Friedmaier, agent numero zeven¬
hoek. Engelbert- moest zwijgend toezien, hoe
tienduizend negenhonderdtwaalf, stond op
alle verordeningen ongeschonden en de ge¬
wacht tusschen de Kaiser Jozef- en de Tabor¬
heele veiligheid onaangetast bleef. Ook andere
straat en dacht over ziin mislukt leven na.
kleine voldoeningen, zooals zijn collega’s dik¬
Drie jaren waren voorbijgegaan, sedert hij als
wijls kregen, werden hem altijd ontzegd. Nooit
sergeant afscheid van het militaire leven had
had hij voor een raam een jonge vrouw in al
genomen en toegetreden was tot het corps van
te luchtig ochtendtoilet gezien, nooit reed een
den veiligheidsdienst, vol van de edelste geest¬
fiaker hem met verdacht neergelaten gordiin¬
drift voor zijn nieuw beroep, van gloeienden
tjes voorbij, nooit was het hem beschoren om
ijver vervuld om voor de orde en de veilig¬
’snachts op ziin rondgang door de parken een
heid in de stad te zorgen, een geliefd meisje,
al te verliefd paartje te betrappen. En ook de
de dochter van den ouden Anton Wessely,
groote gelegenheden, waarbij velen van zijn
wachtte er op door hem als echtgenoote in ziin
collega’s lauweren plukten, gingen zijn neus
huis te worden geleid, maar Engelberts uit¬
voorbij. Hij was een der uitverkorenen ge¬
zichten op bevordering waren duister, ja wan¬
weest, die voor het parlement had gestaan toen
hopig. Want deze drie jaren waren voorbij ge¬
de socialisten voorbij trokken en hij had inge¬
gaan zonder dat hij cen succes had kunnen
spannen geluisterd of niet éen van hen een
boeken. Er was niets gebeurd sedert er cen
woord van hoogverraad had gezegd, of enkel
veiligheidsdienst in Weenen bestond Engel¬
maar een beschimping aan het adres van den
berts superieuren geloofden niet in zijn goe¬
burgemeester had geroepen... In zijn nabij¬
den wil. de collega’s hadden geen achting meer
heid zwegen allen, alsof zij door een goeden of
voor hem en Kathi, die vroeger ziin troost in
kwaden geest waren gewaarschuwd. Een ande¬
droeve uren was geweest, begon hem te be¬
ren keer stond hij op wacht op den Ring, onder
spotten. En toch voelde hij zich vrij van
hen die bij een rijtoer van een gekroond hoofd
schuld. Hij had geen geluk. Duizend schreden
de afsluiting vormden. Hij moest het mede
rond hem was alles rustig. Hij had op drukke
aanzien, dat tien stappen verder een jongere
kruispunten gestaan, waar anders dozijnen
collega een argeloozen voetganger, die doof
chauffeurs wegens te hard rijden, ja zeifs
was en geen idee had wat men van hem wilde,
wegens ongelukken waren aangehouden, hij
wegens verzet arresteerde — en achter Engel¬
had nachten, volgend op feestdagen, dienst ge¬
bert stonden de menschen urenlang als een
daan in de beruchtste lokalen van de voorstad.
muur, drongen niet en niemand verbrak de
uit welker deuren reeds menigmaal de kreet:
„Ik ben gestokenl..“ had geklonken.... Ja hij afzetting.
te brengen
Maar het ergste gebeurde hem eens, toen hij
cavalerie-o
meende ziin doel bijna te hebben bereikt, want
gonnen ee
juist däar was het gedroomde geluk in de bit¬
herkende
terste teleurstelling veranderd. Het was cen
eenen offi
prachtige avond geweest, zooals nu, en Engel¬
voor hem
bert stond op wacht in de Rotentummstraat,
toen hij van verre een eleganten heer zag aan¬
Van dez
komen, die een klein meisje bij de hand hield.
maier er
De kleine scheen moe te zijn en de elegante
lot werd
heer sleepte haar voort. Zij zakte in elkaar en
Niet zo
de elegante heer hielp haar opstaan, de kleine
lega's, die
schreeuwde, de elegante heer schold zoo hard,
ningen en
dat Engelbert de woorden, die zeer dubbelzin¬
duister ve
nig waren, goed verstond. Het meisje jam¬
nate aper
merde: „Lieve beste vader, ik ben zo0 moel“
onderging
en zonk op de knieen, de elegante heer hief den
hem als
stok op en sloeg het meisje op het hoofd, zoo¬
hoon en a
dat het als dood neerviel. Menschen snelden
hem een
naderbij en Engelbert naderde met stralende
hun fatso
oogen. Het toeval was bizonder gelukkig, het
hadden da
was juist de tijd dat kindermishandelingen in
stond hij
het brandpunt der belangstelling stonden, met
dend bew
éen slag kon hij de man van den dag worden.
belacheljjk
Wat gingen hem overtredingen voor snelver¬
namen hu
keer aan, wat kleine steekpartijen? Hier was,
ward lawa
z00 hoopte hij, een moord op een klein kind
heen en
gebeurd, en hij was juist van plan in te grij¬
hij staan
pen. Met geweldige waardigheid baande hij
ken naar
zich een weg door de opeengepakte menschen.
het Prater
Maar wat moest hij zien? De menschen, die hij
weer. Ope
ontroerd dacht te zien, lachten, de elegante
die van d
heer zeide: „Ik heb het genoegen de heeren en
Het was
dames voor miin première, in de Bloemenzaal,
gespikkeld
hedenavond uit te noodigen' en op den grond
ten strooie
lag een houten pop. Nog wilde Engelbert de
steeds dich
zaak niet als verloren beschouwen, het kon
haar lach
hier misschien om een bizonder geraffineerde
stond
misdaad gaan, waarbij de moordenaar het doode
het nauwe
kind als pop en zichzelf voor buikspreker uitgaf
laatsten ti
zelfs dikwi
Maar toen Engelbert, op zijn knieèn liggend,
Nu merk
het houten kind in de glazen oogen keek, steeg
achter her
de vroolijkheid ten top. Maar nu bestond de
costuum, e
mogeljjkheid nog om den buikspreker wegens
openbare mishandeling naar het politiebureau delstok tu
39. Ein Erfol
RR AAeRARRSRA S
had zelfs dienst gehad in een straat waar het
FEUILLETON
fietsen verboden was en waar het ziin voor¬
ganger was gelukt op een beroemd geworden
dag zeven en zestig fietsers naar het politie¬
bureau te sturen. Zoodra Engelbert Friedmaier
den post betrok, was alles anders geworden.
TEN SOCELS
De woeste rijders gingen over in een voetgan¬
gersdrafje, de beruchtste snelheidsmaniakken
door
gingen kalm huns weegs en de wilde fietsers,
ARTHUR SCHNITZLER
die Engelbert met een kloppend hart de ver¬
boden straat zag naderen, stapten af en gingen
met de fiets aan de hand tot den volgenden
Engelbert Friedmaier, agent numero zeven¬
hoek. Engelbert- moest zwijgend toezien, hoe
tienduizend negenhonderdtwaalf, stond op
alle verordeningen ongeschonden en de ge¬
wacht tusschen de Kaiser Jozef- en de Tabor¬
heele veiligheid onaangetast bleef. Ook andere
straat en dacht over ziin mislukt leven na.
kleine voldoeningen, zooals zijn collega’s dik¬
Drie jaren waren voorbijgegaan, sedert hij als
wijls kregen, werden hem altijd ontzegd. Nooit
sergeant afscheid van het militaire leven had
had hij voor een raam een jonge vrouw in al
genomen en toegetreden was tot het corps van
te luchtig ochtendtoilet gezien, nooit reed een
den veiligheidsdienst, vol van de edelste geest¬
fiaker hem met verdacht neergelaten gordiin¬
drift voor zijn nieuw beroep, van gloeienden
tjes voorbij, nooit was het hem beschoren om
ijver vervuld om voor de orde en de veilig¬
’snachts op ziin rondgang door de parken een
heid in de stad te zorgen, een geliefd meisje,
al te verliefd paartje te betrappen. En ook de
de dochter van den ouden Anton Wessely,
groote gelegenheden, waarbij velen van zijn
wachtte er op door hem als echtgenoote in ziin
collega’s lauweren plukten, gingen zijn neus
huis te worden geleid, maar Engelberts uit¬
voorbij. Hij was een der uitverkorenen ge¬
zichten op bevordering waren duister, ja wan¬
weest, die voor het parlement had gestaan toen
hopig. Want deze drie jaren waren voorbij ge¬
de socialisten voorbij trokken en hij had inge¬
gaan zonder dat hij cen succes had kunnen
spannen geluisterd of niet éen van hen een
boeken. Er was niets gebeurd sedert er cen
woord van hoogverraad had gezegd, of enkel
veiligheidsdienst in Weenen bestond Engel¬
maar een beschimping aan het adres van den
berts superieuren geloofden niet in zijn goe¬
burgemeester had geroepen... In zijn nabij¬
den wil. de collega’s hadden geen achting meer
heid zwegen allen, alsof zij door een goeden of
voor hem en Kathi, die vroeger ziin troost in
kwaden geest waren gewaarschuwd. Een ande¬
droeve uren was geweest, begon hem te be¬
ren keer stond hij op wacht op den Ring, onder
spotten. En toch voelde hij zich vrij van
hen die bij een rijtoer van een gekroond hoofd
schuld. Hij had geen geluk. Duizend schreden
de afsluiting vormden. Hij moest het mede
rond hem was alles rustig. Hij had op drukke
aanzien, dat tien stappen verder een jongere
kruispunten gestaan, waar anders dozijnen
collega een argeloozen voetganger, die doof
chauffeurs wegens te hard rijden, ja zeifs
was en geen idee had wat men van hem wilde,
wegens ongelukken waren aangehouden, hij
wegens verzet arresteerde — en achter Engel¬
had nachten, volgend op feestdagen, dienst ge¬
bert stonden de menschen urenlang als een
daan in de beruchtste lokalen van de voorstad.
muur, drongen niet en niemand verbrak de
uit welker deuren reeds menigmaal de kreet:
„Ik ben gestokenl..“ had geklonken.... Ja hij afzetting.
te brengen
Maar het ergste gebeurde hem eens, toen hij
cavalerie-o
meende ziin doel bijna te hebben bereikt, want
gonnen ee
juist däar was het gedroomde geluk in de bit¬
herkende
terste teleurstelling veranderd. Het was cen
eenen offi
prachtige avond geweest, zooals nu, en Engel¬
voor hem
bert stond op wacht in de Rotentummstraat,
toen hij van verre een eleganten heer zag aan¬
Van dez
komen, die een klein meisje bij de hand hield.
maier er
De kleine scheen moe te zijn en de elegante
lot werd
heer sleepte haar voort. Zij zakte in elkaar en
Niet zo
de elegante heer hielp haar opstaan, de kleine
lega's, die
schreeuwde, de elegante heer schold zoo hard,
ningen en
dat Engelbert de woorden, die zeer dubbelzin¬
duister ve
nig waren, goed verstond. Het meisje jam¬
nate aper
merde: „Lieve beste vader, ik ben zo0 moel“
onderging
en zonk op de knieen, de elegante heer hief den
hem als
stok op en sloeg het meisje op het hoofd, zoo¬
hoon en a
dat het als dood neerviel. Menschen snelden
hem een
naderbij en Engelbert naderde met stralende
hun fatso
oogen. Het toeval was bizonder gelukkig, het
hadden da
was juist de tijd dat kindermishandelingen in
stond hij
het brandpunt der belangstelling stonden, met
dend bew
éen slag kon hij de man van den dag worden.
belacheljjk
Wat gingen hem overtredingen voor snelver¬
namen hu
keer aan, wat kleine steekpartijen? Hier was,
ward lawa
z00 hoopte hij, een moord op een klein kind
heen en
gebeurd, en hij was juist van plan in te grij¬
hij staan
pen. Met geweldige waardigheid baande hij
ken naar
zich een weg door de opeengepakte menschen.
het Prater
Maar wat moest hij zien? De menschen, die hij
weer. Ope
ontroerd dacht te zien, lachten, de elegante
die van d
heer zeide: „Ik heb het genoegen de heeren en
Het was
dames voor miin première, in de Bloemenzaal,
gespikkeld
hedenavond uit te noodigen' en op den grond
ten strooie
lag een houten pop. Nog wilde Engelbert de
steeds dich
zaak niet als verloren beschouwen, het kon
haar lach
hier misschien om een bizonder geraffineerde
stond
misdaad gaan, waarbij de moordenaar het doode
het nauwe
kind als pop en zichzelf voor buikspreker uitgaf
laatsten ti
zelfs dikwi
Maar toen Engelbert, op zijn knieèn liggend,
Nu merk
het houten kind in de glazen oogen keek, steeg
achter her
de vroolijkheid ten top. Maar nu bestond de
costuum, e
mogeljjkheid nog om den buikspreker wegens
openbare mishandeling naar het politiebureau delstok tu