Badearzt
29. Doktor Graesler
box 4/9
uEE
Lehtererdeslef, Bac
wal jaren niet mncer I
barn Verschech, wist ue bekende kleuren van zijn stal op t. Muar de echte paardehneigebsers Walen er is Jei (Quar¬
Lemeua M0
tweede plaats te brengen. Netty kwam in het rechte eind I over nader), ook voor de anderen minder töchnisch onder¬
yaamheid aflergen en wel 1
legden bracht dit feest veel aantrelkelijks, n.l. het bloe¬
nb wan dien naam. De Zeeu- I geducht opzetten en ontnam Beigum de derde plaats.
een hechte combinatie, terwiil Het springconcours is een waardig slot geworden van dit mencorso, waarvoor vrij wat deelnemers zich met zoc ge¬
M
F
elijk, als bij hem; die breidt houdt dr. Gräsler van de poging af. De omstandighe- vzarote gezegd bij het afscheid, „zet u die treurige ge¬
dachten uit het hoofd, waarde dokter.“ De treurige ge¬
er do harde werkeljjkheid; die
den vullen de rekortkeming aan — in wat héel riske¬
dachten waren over de zuster en haar zelfmoord, in
lijke mate, lijkt het den armen dokter. Want dat hij
et in een lachende, elegante
Lanzarete.) En als u oprtee tegen de eenzaamheid in
niet veel gemaakt heeft van zijn leven dat wil hij best
ns alles strak en hard: een
het paviljoentje, daar is cen best middel tegm: een
weten en teegeven. Arts. Nu ja. IIy a fagots ot fagots.
een eenzame pastorie in het
aardig blond vrouwtje, dat u mesengt uit Duitsch¬
Hjj heeft zeker gestudeerd en een voldoend examen
de zeekust. Daarom lijkt lbsen
land — of een bruin vrouwtie voor mijn part, dat is
gedaan, en zelfs praktijk uitgeoefend: (zoowät). Hjj
eie van de twee, zoo zelfs,
alles wat u ontbreekt om volkomen te zijn.“ Hij had
is, jarenlang, scheepsdokter geweest; en daarna, ja¬
n den eleganten Weener, den
er nict het minste plan op, dr. Gräsler. Hij Gon ook
renlang, badplaats-dokter. Maar op de keper beke¬
gemeubelde salons, den dren¬
niet terugkomen in Lanzarote en het Kur-hotel en het
ken: al te ernstig heeft hij zijn beroep nooit opgeno¬
met den zwerver langs de grau¬
lanterfantende leven van dokter or #en mode-bad¬
men. Hij is door de moeiljjkheden heen en er langs
e barre gebergten van Noor¬
plaats; en hij won van zijn leven den onverdragelijken
gegleden, is er voor uit den weg gegaan, ook wel. IIjj
noogopslag ongerismd schifnt.
hotelier met het pommade haar en den „Juitenants¬
is geen arts, geen helper-van-menschen in zijn hart:
is quist. En zelfs zou be¬
toon' niet terugzien, die hem taxeerde voor de soort
geen man van wetenschap ook. Hij is een brood-ver¬
lat in den gron#####nitzler de
man, „volkomen' te maken met een blonde — of voor
diener: niets minder en niets meer. Dat wil hij wel
sens menschen wreneren toch
miin ziin part, bruine! — pop. Maar riettemin gebeu¬
toegeven: z00 niet tegenover een ander dan toch te¬
soort leven,t liefde
ren al die ongewilde dingen.
genover zich zelven. Maar daarmee zou het ook goed
hebben zij toch in hun strijd en
Schnitzler is een toovenaar. Het gegeven heeft toch
kunnen zijn, lijkt het hem. Ten eenenmale onnoodig
datgene gewonnen, wat voor
waarlijk niet veel aantrekkelijks: maar 5 maaht er
nog verder te analvseeren, te determinceren, te clas¬
geluk bijna vervangt: kracht,
iets van, dat aangrifpt en vasthondt en niet meer los
sificeeren! Ja. Maar het leven doet het töch,
kracht van wil. Dat gebeurt
laat. Die eenzame, altijd op de vlucht voor de verant¬
Het is of dat maar zoo hoort, vanzelf maar
niet. In het gunstigste geval
woordelijke dingen van het leven, altisd achter het
z00 gaat, of hij, zonder dat hij het wil of weet,
zich zelven. Wie was het ook
genoegen aan — een oud kind eigenlijk, een grijs en
al maar doof een soort examen ondergaat, al
tegen kennismaking met zich
vaal geworden Narcis in zijn bespiegelende zelf-liefde;
maar door wordt bekeken, beproefd, geworen —
lijk zoo tegen valt. Schnitzler’s
hij lijkt, half verachtelijk, half decraiswaard, in het
en te licht bevonden. Iedercen heeft cen heel ande¬
En dan halen zij de schouders
geheel niet belangwekkend. En tech, of we willen of
re opinie van hem dan hij zelf. Dat begint al met den
en over de anderen, over de
niet, we gaan over hem denken. We vragen: waarom?
hotelier van Lanzarote, — dien onverdragelijken ke¬
over alles. IIdelheid der jjdel¬
en hoe? Wij krijgen een half antwoord door na te
rel met het vette haar, dat zelfs de heftige kust-wind
denken over het lot van die zuster schemerachtig ver¬
niet onder de pommade-laag nit kan woelen — en dat
p „dr. Gräsler den gehedl en al
toond in nooit meer dan aanduilingen. Wij worden
gaat voort met den ouden vriend dr. Böhlinger, dien hij
van den ten halve vrodlijken
ontrust deor dat onafscheidelijk verbonden zijn van
in zijn geboortestad weder opzoekt; en met Sabino
liefde en haat in hetzelfde hart jegens denzelfden ge¬
Schleheim, die hij wel heel graag tot vrouw zeu heb¬
hate-en-beminde; van liefde en dood in het leven. En
ven vijftig, die door een gewel¬
ben en van wie hij weet, dat ook zij dat heel graag
we gaan, stap xpoor stap verder gelokt door lie toove¬
doer zelfmoord van zijn zus¬
wil — zij vraagt het hem zelfs voer hij het haar
naars-kunst, die ons dwingt zelf te denken wat de
zijn levensgezellin, uit het
vraagt — en die hij toch weer laat glippen; en met
schrijver niet uitspreckt, tot däar, waar wij, achter het
eslingerd, waarin hij zich min
Katharina, het aardige winkelmeisje, met wie hij een
kleine, in pure ordenteljjkheid mislukte leven van dr.
eschikt, en gedwongen tot wat
vluchtig avontuur begint, dat de oorzaak wordt van
Gräsler, de machten ontwaren, die zooveel levens düs
est: cen nieuw begin. Nu moet
haar dood (altijd weer: liefde en dood). En dat ein¬
doen mislukken, in Oostenrijk — en elders.
ven van allerlei dingen, die hij
digt met Frau Sommer, die hij liever niet ziet dan
at in het onzekere liet, en van
wel, maar die zich in het hoofd gezet heeft Frau dr.
AUGUsTA DE WIr.
hij weten hoe verder te leven.
eten wat hij eigenlijk wil, watGräsler te worden, en dat plan ook volvoert: met
nnsmaking met zich zelf valt ] medewerking, moet men aannemen, van dr. Gräsler.
veergevoel van die waarheid ] „Kom kom!“ heeft de onuitstaanbare hotelier van Lan¬
29. Doktor Graesler
box 4/9
uEE
Lehtererdeslef, Bac
wal jaren niet mncer I
barn Verschech, wist ue bekende kleuren van zijn stal op t. Muar de echte paardehneigebsers Walen er is Jei (Quar¬
Lemeua M0
tweede plaats te brengen. Netty kwam in het rechte eind I over nader), ook voor de anderen minder töchnisch onder¬
yaamheid aflergen en wel 1
legden bracht dit feest veel aantrelkelijks, n.l. het bloe¬
nb wan dien naam. De Zeeu- I geducht opzetten en ontnam Beigum de derde plaats.
een hechte combinatie, terwiil Het springconcours is een waardig slot geworden van dit mencorso, waarvoor vrij wat deelnemers zich met zoc ge¬
M
F
elijk, als bij hem; die breidt houdt dr. Gräsler van de poging af. De omstandighe- vzarote gezegd bij het afscheid, „zet u die treurige ge¬
dachten uit het hoofd, waarde dokter.“ De treurige ge¬
er do harde werkeljjkheid; die
den vullen de rekortkeming aan — in wat héel riske¬
dachten waren over de zuster en haar zelfmoord, in
lijke mate, lijkt het den armen dokter. Want dat hij
et in een lachende, elegante
Lanzarete.) En als u oprtee tegen de eenzaamheid in
niet veel gemaakt heeft van zijn leven dat wil hij best
ns alles strak en hard: een
het paviljoentje, daar is cen best middel tegm: een
weten en teegeven. Arts. Nu ja. IIy a fagots ot fagots.
een eenzame pastorie in het
aardig blond vrouwtje, dat u mesengt uit Duitsch¬
Hjj heeft zeker gestudeerd en een voldoend examen
de zeekust. Daarom lijkt lbsen
land — of een bruin vrouwtie voor mijn part, dat is
gedaan, en zelfs praktijk uitgeoefend: (zoowät). Hjj
eie van de twee, zoo zelfs,
alles wat u ontbreekt om volkomen te zijn.“ Hij had
is, jarenlang, scheepsdokter geweest; en daarna, ja¬
n den eleganten Weener, den
er nict het minste plan op, dr. Gräsler. Hij Gon ook
renlang, badplaats-dokter. Maar op de keper beke¬
gemeubelde salons, den dren¬
niet terugkomen in Lanzarote en het Kur-hotel en het
ken: al te ernstig heeft hij zijn beroep nooit opgeno¬
met den zwerver langs de grau¬
lanterfantende leven van dokter or #en mode-bad¬
men. Hij is door de moeiljjkheden heen en er langs
e barre gebergten van Noor¬
plaats; en hij won van zijn leven den onverdragelijken
gegleden, is er voor uit den weg gegaan, ook wel. IIjj
noogopslag ongerismd schifnt.
hotelier met het pommade haar en den „Juitenants¬
is geen arts, geen helper-van-menschen in zijn hart:
is quist. En zelfs zou be¬
toon' niet terugzien, die hem taxeerde voor de soort
geen man van wetenschap ook. Hij is een brood-ver¬
lat in den gron#####nitzler de
man, „volkomen' te maken met een blonde — of voor
diener: niets minder en niets meer. Dat wil hij wel
sens menschen wreneren toch
miin ziin part, bruine! — pop. Maar riettemin gebeu¬
toegeven: z00 niet tegenover een ander dan toch te¬
soort leven,t liefde
ren al die ongewilde dingen.
genover zich zelven. Maar daarmee zou het ook goed
hebben zij toch in hun strijd en
Schnitzler is een toovenaar. Het gegeven heeft toch
kunnen zijn, lijkt het hem. Ten eenenmale onnoodig
datgene gewonnen, wat voor
waarlijk niet veel aantrekkelijks: maar 5 maaht er
nog verder te analvseeren, te determinceren, te clas¬
geluk bijna vervangt: kracht,
iets van, dat aangrifpt en vasthondt en niet meer los
sificeeren! Ja. Maar het leven doet het töch,
kracht van wil. Dat gebeurt
laat. Die eenzame, altijd op de vlucht voor de verant¬
Het is of dat maar zoo hoort, vanzelf maar
niet. In het gunstigste geval
woordelijke dingen van het leven, altisd achter het
z00 gaat, of hij, zonder dat hij het wil of weet,
zich zelven. Wie was het ook
genoegen aan — een oud kind eigenlijk, een grijs en
al maar doof een soort examen ondergaat, al
tegen kennismaking met zich
vaal geworden Narcis in zijn bespiegelende zelf-liefde;
maar door wordt bekeken, beproefd, geworen —
lijk zoo tegen valt. Schnitzler’s
hij lijkt, half verachtelijk, half decraiswaard, in het
en te licht bevonden. Iedercen heeft cen heel ande¬
En dan halen zij de schouders
geheel niet belangwekkend. En tech, of we willen of
re opinie van hem dan hij zelf. Dat begint al met den
en over de anderen, over de
niet, we gaan over hem denken. We vragen: waarom?
hotelier van Lanzarote, — dien onverdragelijken ke¬
over alles. IIdelheid der jjdel¬
en hoe? Wij krijgen een half antwoord door na te
rel met het vette haar, dat zelfs de heftige kust-wind
denken over het lot van die zuster schemerachtig ver¬
niet onder de pommade-laag nit kan woelen — en dat
p „dr. Gräsler den gehedl en al
toond in nooit meer dan aanduilingen. Wij worden
gaat voort met den ouden vriend dr. Böhlinger, dien hij
van den ten halve vrodlijken
ontrust deor dat onafscheidelijk verbonden zijn van
in zijn geboortestad weder opzoekt; en met Sabino
liefde en haat in hetzelfde hart jegens denzelfden ge¬
Schleheim, die hij wel heel graag tot vrouw zeu heb¬
hate-en-beminde; van liefde en dood in het leven. En
ven vijftig, die door een gewel¬
ben en van wie hij weet, dat ook zij dat heel graag
we gaan, stap xpoor stap verder gelokt door lie toove¬
doer zelfmoord van zijn zus¬
wil — zij vraagt het hem zelfs voer hij het haar
naars-kunst, die ons dwingt zelf te denken wat de
zijn levensgezellin, uit het
vraagt — en die hij toch weer laat glippen; en met
schrijver niet uitspreckt, tot däar, waar wij, achter het
eslingerd, waarin hij zich min
Katharina, het aardige winkelmeisje, met wie hij een
kleine, in pure ordenteljjkheid mislukte leven van dr.
eschikt, en gedwongen tot wat
vluchtig avontuur begint, dat de oorzaak wordt van
Gräsler, de machten ontwaren, die zooveel levens düs
est: cen nieuw begin. Nu moet
haar dood (altijd weer: liefde en dood). En dat ein¬
doen mislukken, in Oostenrijk — en elders.
ven van allerlei dingen, die hij
digt met Frau Sommer, die hij liever niet ziet dan
at in het onzekere liet, en van
wel, maar die zich in het hoofd gezet heeft Frau dr.
AUGUsTA DE WIr.
hij weten hoe verder te leven.
eten wat hij eigenlijk wil, watGräsler te worden, en dat plan ook volvoert: met
nnsmaking met zich zelf valt ] medewerking, moet men aannemen, van dr. Gräsler.
veergevoel van die waarheid ] „Kom kom!“ heeft de onuitstaanbare hotelier van Lan¬