Sam
18. DereinNeg
Stittttsttt,
*
#
1
80
A
Sosetsstsssnttt
box 23/5
met leege handen staat, doodt hij zichzelf en doet daarmede ziin
ievenstheorieen teniet, als aanbevelenswaardig voorbeeld, hoe sterk
ook door hem zelf doorgevoerd. Sala is vanuit zijn levens-standpunt
beschouwd, een held.
De dochter van Wegrath is een oversensitieve natuur, die als kind
in een droom leeft, maar niet cp kan tegen de werkelijkheid van het
leven als zij volwassen wordt. Met aandoenlijke teederheid klampt zij
zich aan den beld van haar jeugd, von Sala, vast. Zij kan het lijden
van anderen niet verdragen en zooals de ziekte van haar moeder haar
van haar vervreemde, z00 is het Johanna ook onmogelijk voort te
leven met de wetenschap dat von Saia, die een ongeneeslijke kwaal
heeft, sterven moet. Zij verdrinkt zich in den kleinen stillen vijver in
von Sala’s tuin, opdat „deze vijver haar beeld zal vasthouden''; een
fantastische onwerkelijkheid, die zij tot werkelijkheid tracht te her¬
scheppen.
Felix is de belofte, volgens von Sala, van een nieuw geslacht: min¬
#der geest en meer houding. Hij verkiest ten slotte de vader, die hem
heeft verzorgd en opgevoed, hoven zijn natuurlijken vader, die hem
alleen het leven gaf.
Trene Herms, de tooneelspeeister, is cen opgewekte, spontane vrouw,
liefhebbend maar vercenzaamd, omdat zij geen kinderen heeft, terwijl
zij er een had moeten hebben, en omdat zij haar vrienden langzamer¬
hand door haar leeftijd verliest. Zooals zij zelf zegt, begonnen de
mannen steeds haar lief te hebben, maar zij, die beter nit hun oogen
keken, trouwden per slot met haar zuster, of., een van haar zusteren.
Een hoogst merkwaardig figuur in dit stuk is, als in bijna alle stuk¬
ken van Schnitzler, de dokter. Hij is de troostende en gevende figuur,
die ziin eenzaam leven leeft en anderen steunt en dien waarschifnlijk
nu en dan het leven toch zeer zwaar valt, wanneer alleen van hem
wordt gevraagd, terwiil hij zelden of nooit zelf mag ontvangen. jo¬
hanna verzet zich tegen zijn liefde alsof hij haar vijand ware. Voor
haar zieke moeder is hij de biechtvader, voor den zoon de vriend en
voor het geheele gezin Wegrath de stenn, waarop men zich te allen
tijde verlaten kan.
Het is opmerkelijk, hoe door scherpe observatie, Schnitzler deze
zeven menschen tot levende figuren beeft gemaakt, allen zo0 verschil¬
lend en alleenstaand, terwijl hunne levens toch in die mate onderling
met elkander verstrengeld zijn en samengegroeid, dat zij als een ge¬
meenschap aandoen.
Schnitzler heeft deze voor ons ontleed in hun diepste wezen met de
koelheid en zekerheid van een chirurg, maar ondanks alle objectiviteit,
waarmede hij dit deed, hebben deze zeven geestes-kinderen van hem
allen een gevoeligheid en warmte mede gekregen, die ons nader tot
de menschheid brengt, omdat deze eenzame figuren allen zoozeer de
genegenheid, de warmte en de liefde behoeven, waarmede zij als on¬
verstandige kinderen spelen, of waarmede door anderen gespeeld
wordt.
Het verlangen naar minder geest en meer levenshouding spreekt uit
jederen regel, en dit verlangen klinkt mede als een belofte.
Evenals „Professor Bernhardi'’ zal „de Eenzame Weg'’ over een 50
jaar een zuiver beeld geven van een intellectueel milien van voor den
oorlog. Nu zijn wij er nog te veel mee vergroeid om het geheel als
zoodanig te kunnen aanvoelen.
EDUARD VERKADE.
18. DereinNeg
Stittttsttt,
*
#
1
80
A
Sosetsstsssnttt
box 23/5
met leege handen staat, doodt hij zichzelf en doet daarmede ziin
ievenstheorieen teniet, als aanbevelenswaardig voorbeeld, hoe sterk
ook door hem zelf doorgevoerd. Sala is vanuit zijn levens-standpunt
beschouwd, een held.
De dochter van Wegrath is een oversensitieve natuur, die als kind
in een droom leeft, maar niet cp kan tegen de werkelijkheid van het
leven als zij volwassen wordt. Met aandoenlijke teederheid klampt zij
zich aan den beld van haar jeugd, von Sala, vast. Zij kan het lijden
van anderen niet verdragen en zooals de ziekte van haar moeder haar
van haar vervreemde, z00 is het Johanna ook onmogelijk voort te
leven met de wetenschap dat von Saia, die een ongeneeslijke kwaal
heeft, sterven moet. Zij verdrinkt zich in den kleinen stillen vijver in
von Sala’s tuin, opdat „deze vijver haar beeld zal vasthouden''; een
fantastische onwerkelijkheid, die zij tot werkelijkheid tracht te her¬
scheppen.
Felix is de belofte, volgens von Sala, van een nieuw geslacht: min¬
#der geest en meer houding. Hij verkiest ten slotte de vader, die hem
heeft verzorgd en opgevoed, hoven zijn natuurlijken vader, die hem
alleen het leven gaf.
Trene Herms, de tooneelspeeister, is cen opgewekte, spontane vrouw,
liefhebbend maar vercenzaamd, omdat zij geen kinderen heeft, terwijl
zij er een had moeten hebben, en omdat zij haar vrienden langzamer¬
hand door haar leeftijd verliest. Zooals zij zelf zegt, begonnen de
mannen steeds haar lief te hebben, maar zij, die beter nit hun oogen
keken, trouwden per slot met haar zuster, of., een van haar zusteren.
Een hoogst merkwaardig figuur in dit stuk is, als in bijna alle stuk¬
ken van Schnitzler, de dokter. Hij is de troostende en gevende figuur,
die ziin eenzaam leven leeft en anderen steunt en dien waarschifnlijk
nu en dan het leven toch zeer zwaar valt, wanneer alleen van hem
wordt gevraagd, terwiil hij zelden of nooit zelf mag ontvangen. jo¬
hanna verzet zich tegen zijn liefde alsof hij haar vijand ware. Voor
haar zieke moeder is hij de biechtvader, voor den zoon de vriend en
voor het geheele gezin Wegrath de stenn, waarop men zich te allen
tijde verlaten kan.
Het is opmerkelijk, hoe door scherpe observatie, Schnitzler deze
zeven menschen tot levende figuren beeft gemaakt, allen zo0 verschil¬
lend en alleenstaand, terwijl hunne levens toch in die mate onderling
met elkander verstrengeld zijn en samengegroeid, dat zij als een ge¬
meenschap aandoen.
Schnitzler heeft deze voor ons ontleed in hun diepste wezen met de
koelheid en zekerheid van een chirurg, maar ondanks alle objectiviteit,
waarmede hij dit deed, hebben deze zeven geestes-kinderen van hem
allen een gevoeligheid en warmte mede gekregen, die ons nader tot
de menschheid brengt, omdat deze eenzame figuren allen zoozeer de
genegenheid, de warmte en de liefde behoeven, waarmede zij als on¬
verstandige kinderen spelen, of waarmede door anderen gespeeld
wordt.
Het verlangen naar minder geest en meer levenshouding spreekt uit
jederen regel, en dit verlangen klinkt mede als een belofte.
Evenals „Professor Bernhardi'’ zal „de Eenzame Weg'’ over een 50
jaar een zuiver beeld geven van een intellectueel milien van voor den
oorlog. Nu zijn wij er nog te veel mee vergroeid om het geheel als
zoodanig te kunnen aanvoelen.
EDUARD VERKADE.