erwildering en edelmoedigheid, hoe
trouwen op het mirakel, dat
of van het volk, op elke bladzijde
artituur uitspreekt. Zoo voelde cen
4 aan omstreeks 1870.
wiekslag van het genie heeft ied
ze gisteravond van de eerste tot de
t door de zaal hooren ruischen, Ik
stil-in zitten sidderen van eerbied
its groots, iets zoo mensche¬
200 aparts.
vec opstellen ter voorbereiding van
kan ik me de weelde gewgorloven,
wat zou ik
en in vogelvlucht —
dere maat verwijlen — de partituur
rd vooraf. De kwestie det bewer¬
Rimsky Korsakof — er zit heei wat
kan ik hier op dit oogenblik niet
Ik voor mij geloof, dat al moge die
hier en daar aangrijpend zijn vol¬
rs, het machtig instinctieve en groot.
van Moussorgski, dat de inge¬
ddellijk voelt, wordt er natuurlijk
angetast. Wat de instrunnentatie be¬
gewmad von den in dezen con¬
n Rinisky is wel buitenge¬
chitterend, bepaald doorfoo¬
vonder van schoonheid en ongetwij¬
orname factor, toch geloof ik niet,
s zoodanig per slot een conditio sine
Het klooster en het geknechte, ge¬
er voor, Stil en fel muzikaal ge¬
irect met de grootste en sterk ge¬
reerde intensiteit van ultdruk¬
ecretaris van een Doema krijgt cen
ortret, dat we niet vergeten. Het
kt wonderbaarlijk raak.
min. Klokke-inleiding, cen zeid¬
van stemming en modten (voor
Hyrnne aan de Zon, cen verruk¬
latuur en kunst ineen, een waur¬
Ikshymnel De klokken erdoor.
mieen! Boris, dadelijk in ons hart
woord een stuk ziel in muziek. Een
or ter verheerlijking. Het klinkt
ndioos werioelijkheidsbeeld.
driff. Pimen in kloostercel. We
stemming. Het is wonder van so¬
zuiverheid. Niets te veël (ja, dat
yy wei, die tot ziin vrienden schert¬
rei, toen Boris te Parijs werd uit¬
lister, daar zit mijn heele Pelldas
esprek der monniken: we leven
nee, 200 verrassend overgl alles van
ide natuur en waarheid en innig¬
zadhte koor op den achtergrond,
nd hiertoe.
eeld. Voor de herberg. Het lied
bergierster, het Tartarenlied van
ziin dronkemansdeuntje, de ont¬
lles geest en humor, onvergelijke¬
ertd tableau voor alle tijden! Groo¬
dioz, de verwante. Elke noot met
verf.
edrijf. De Tsarenkinderen met de
nderzielen en gratie, oprechtheid
vere karakters als zeiden van
ver-muziekt zijn. Boris, de gefol¬
zewetenswroeging, aanbiddend zijn
Muziek, die bloedt, lijdt, zingt,
lt, wanhoopt. Groot en grootsch!!
ammer van de enormne coupure.
1 de papegaai is uniek.
rijf. Coupure = enorm verlies. Dan
voorspel van dr Wage¬
f aan Marina’s Mazurka. Schit¬
map gemaakt, dit voorspel, op mo¬
le later-Polacca. Liefdesacte met
oolsche magnaten als intermezzo.
summum van stemming en fiin¬
ick en allerindringendste karakter¬
tcen eenigszins heterogeen amal¬
rkt. Ik geloof, hier is het meeste
st. Oergeniaals wisselt af
teckening. Maar fascineerend zijn
Is gehcel. Treffend modern her¬
chromatick en de belichtiig der
allerscherpst. De hartstocht van
s brandend.
De révolution en action.
driff.
s cen volk zoo in de muziek in
in getypeerd als hier. Het is gan¬
in de levendigheid en natuur van
als 't ware tot zichtbare muziek
Idioot heeft Moussorgski's rijke
Het is cen muzikale figuur voor
n. 200 waar en die) en medelij¬
nk. als deze muziek is.
bede van het volk op den Tsaren¬
en de verheerlijking van den ge¬
nitri, de monniken met hun Do¬
1# denken W
zijn gezin, dat hif niet kent en zijn werk, dat
hem niet geheel voldoet; von Sala, die zich be¬
wust heeft nitgeleefd en als ook hij met leege
handen blijkt te staan vrijwillig den dood
zoekt; mevrouw Wegrath, wier leven op een
leugen gebouwd was (haar zoon Felix is de
natuurlijke zoon van Fichtner); Wegrath’s
dochter, die in een droom geleefd heeft en die
het werkelijke leven vernietigt; en Irene
Herms, de tooncelspeelster, liefhebbend maar
vereenzaamd, omdat zij geen kinderen heeft.
Felix Wegrath is volgens von Sala de be¬
lofte van cen nieuw geslacht (minder geest en
meer houding), die ten slotte den vader, die
hem verzorgd en opgevoed heeft, verkiest bo¬
ven zijn natuurlijken vader. En dan is daar
nog de dokter, de troostende en gevende fi¬
guur, die zii eenzaam leven leeft en anderen
steunt, terwiil hij zelf zelden of nooit mag ont¬
vangen; z00 verzet Johanna Wegrath zich te¬
gen ziln lietie, alsof hij haar ijand ware.
Schnitzler heeft „deze zeven menschen fot
levende figtren gemaakt, allen zoo verschil¬
lend en alleenstaand, terwijl hun levens toch
in die mate onderling met elkander verstren.
geld ziin en samengegroeid, dat zij als cen ge¬
meenschap amdsen. Hij heeft ze voor ons ont¬
leed in hun diepste wezen met de koelheid en
zekerheid ven cen chirurg, maar ondanks alle
objectivitelt, waarmede hij dit deed, hebben
deze zeven Jeesteskinderen van hem allen ern
gevoeligheid en warmte mede gekregen, die
ons nader tot de menschheid brengt, omdat
deze eenzamne figuren allen zoozeer de gene¬
genheld, de warmte en de liefde behocven,
waarmede zij als onverstandige kinderen spe¬
len, of waarmede door anderen gespeeld wordt.
Het verlangen naar minder geest en meer
levenshoudi###### uit jederen regel, en dit
verlangen Klikt mede als cen belofte.
Schnitzler most dit ziin beste tooneelstuk
achten en velen met hem. Maar wij zijn het
dan met die velenFallerminst eens. Het stuk
doet voortdurend an als litteratuur in dia¬
loogvorm, niet am tooneel en het is een einde¬
loos gemurmel van woorden, soms wel fijn en
soms wel Geffend, naar vermoeiend in hun
door geen utfe gestüiten stroom. Velen in de
zaal zullen gisterawünd cen zucht van verlich¬
ting hebben gesisakt, toen von Sala (Verkade)
200 tegen kwart voor twaalven zei: „Onze
dialogen zijn ten einds!?
We dachten onder de vertooning aan een
ander ook weitverauderd stuk van cenzaam¬
heid: Eenzame Menschen van Hauptmann, en
het aan den Schouwburg aangeslagen Eenzaam
van Fabricius. Aha. Dat is ander werk, geen
litteratuur maar tooneel, geen mededeelingen
van eenige op de planken stilstaande personen,
maar actie, handeling. Er hoeveel echter wor¬
den, zoodra er handeling is, de personen ook
op het tooneel. Nu moeten we meermalen den¬
ken: die Worte thörf ich wohl, allein mir fehlt
der Glauben, Heel, heel laat komen we tot de
ontdekking, dat wertoch eigenlijk den he len
avond naar war ploerten hebben zitten kijken.
Die schilder Fichtner (overigens door v. Dal¬
sum mooi gespeeld) kiest wel hiet geschikte
oogenblik uit om Felix te vertellen, dat zijn
pas overleden znoeder cen misstap heeft be¬
gaan. En den S####mnoge dan den moed heb¬
ben er cen eind aan te maken, de wilze,
waarop hij het hysterische meisje Johanna in
het gezicht var den dood het hof maakt, is cen
even groote grofheid. Verkade speelt de rol
cynisch gendeg, wat te veel als „de Duivel“
en té opzettelijk „badinant avec l'amour“'. Hij
vraagt aan Johunna, als hij van haar weg zal
gaan: Kun je het dragen? op cen manier,
waarop een ander informeeren zou, of een
pakje niet te zwaar is. Nel Stants trachtte het
meisje zooveel leven te leven als mogelijk was.
Maar was het nu heusch wel noodig, met een
grafstem en ten hemel geslagen oogen te con¬
stateeren, dat de tuin zoo klein was, dat men
altijd weer op dezeifde plaats terugkwam? Ook
de figuur van den dokter wist Gilhuys niet
geheel duidelikte maken. Het best nog waren
Hans van Meertenais de bedrogen professor
Wegrath, Sara Heyblom als ziin vrouw en
vooral Elly Reicher als de tooneelspeelster
Irene Herms. Van het rolletje van Felix wist
Dick van Veen weinig te maken.
De décors waren mool, vooral in het vierde
bedriff: strak en suggestief.
De dames Stähts en Reicher en de heer van
Veen kregen, Bloemen.
LAATSTE BERICHTEN
„„ur##var
Belg
De
waar 5
Prins
telijke
gen—
onbeke
geblaze
Nieuw-Al
Loch Go
Promethe.
Euryades
Perseus,
Lycaon,
Oostkerk,
Rijperken
Grotius,
Prinses Ju
Medan, tl
Kawi, th
Saturnus,
Orestes, 29
Riinland
FIEE
Plaatse
Wissel 4
qué 68.20
Berlijn c
AMSTES
2.55 7/8;
Bankp.
1.55—1. 60
Belg.
7.05—7.15
11.87 1
17.45; Prr
Italié 12½
Japan
0.00 3/4;
(cable)
98; Bocks
Algem. E
6 pct. H.
5 1/2 pet.)
Holl. Kug
5 1/2 pct.,
5 1/2 pct.5
Koloniale
Mocara
Pradjekar.
Simau M.
§ 1/2 pet.
7 pet. Ob
7 pct. Ceg
5 1/2 pet.
6 pet. Juri
6 pet. Hy.
7 pet. Con
Argent. n
Bethlehem
4 1/2 pet.
4 pet. Car
pet. Cer¬
7 pct. Ch.
100 1/2.
12 pet.
pet. Chi“
5 1/2 pct.
pet. Cre
pet. Der¬
7 pet. Dep
53/4 pet.
trouwen op het mirakel, dat
of van het volk, op elke bladzijde
artituur uitspreekt. Zoo voelde cen
4 aan omstreeks 1870.
wiekslag van het genie heeft ied
ze gisteravond van de eerste tot de
t door de zaal hooren ruischen, Ik
stil-in zitten sidderen van eerbied
its groots, iets zoo mensche¬
200 aparts.
vec opstellen ter voorbereiding van
kan ik me de weelde gewgorloven,
wat zou ik
en in vogelvlucht —
dere maat verwijlen — de partituur
rd vooraf. De kwestie det bewer¬
Rimsky Korsakof — er zit heei wat
kan ik hier op dit oogenblik niet
Ik voor mij geloof, dat al moge die
hier en daar aangrijpend zijn vol¬
rs, het machtig instinctieve en groot.
van Moussorgski, dat de inge¬
ddellijk voelt, wordt er natuurlijk
angetast. Wat de instrunnentatie be¬
gewmad von den in dezen con¬
n Rinisky is wel buitenge¬
chitterend, bepaald doorfoo¬
vonder van schoonheid en ongetwij¬
orname factor, toch geloof ik niet,
s zoodanig per slot een conditio sine
Het klooster en het geknechte, ge¬
er voor, Stil en fel muzikaal ge¬
irect met de grootste en sterk ge¬
reerde intensiteit van ultdruk¬
ecretaris van een Doema krijgt cen
ortret, dat we niet vergeten. Het
kt wonderbaarlijk raak.
min. Klokke-inleiding, cen zeid¬
van stemming en modten (voor
Hyrnne aan de Zon, cen verruk¬
latuur en kunst ineen, een waur¬
Ikshymnel De klokken erdoor.
mieen! Boris, dadelijk in ons hart
woord een stuk ziel in muziek. Een
or ter verheerlijking. Het klinkt
ndioos werioelijkheidsbeeld.
driff. Pimen in kloostercel. We
stemming. Het is wonder van so¬
zuiverheid. Niets te veël (ja, dat
yy wei, die tot ziin vrienden schert¬
rei, toen Boris te Parijs werd uit¬
lister, daar zit mijn heele Pelldas
esprek der monniken: we leven
nee, 200 verrassend overgl alles van
ide natuur en waarheid en innig¬
zadhte koor op den achtergrond,
nd hiertoe.
eeld. Voor de herberg. Het lied
bergierster, het Tartarenlied van
ziin dronkemansdeuntje, de ont¬
lles geest en humor, onvergelijke¬
ertd tableau voor alle tijden! Groo¬
dioz, de verwante. Elke noot met
verf.
edrijf. De Tsarenkinderen met de
nderzielen en gratie, oprechtheid
vere karakters als zeiden van
ver-muziekt zijn. Boris, de gefol¬
zewetenswroeging, aanbiddend zijn
Muziek, die bloedt, lijdt, zingt,
lt, wanhoopt. Groot en grootsch!!
ammer van de enormne coupure.
1 de papegaai is uniek.
rijf. Coupure = enorm verlies. Dan
voorspel van dr Wage¬
f aan Marina’s Mazurka. Schit¬
map gemaakt, dit voorspel, op mo¬
le later-Polacca. Liefdesacte met
oolsche magnaten als intermezzo.
summum van stemming en fiin¬
ick en allerindringendste karakter¬
tcen eenigszins heterogeen amal¬
rkt. Ik geloof, hier is het meeste
st. Oergeniaals wisselt af
teckening. Maar fascineerend zijn
Is gehcel. Treffend modern her¬
chromatick en de belichtiig der
allerscherpst. De hartstocht van
s brandend.
De révolution en action.
driff.
s cen volk zoo in de muziek in
in getypeerd als hier. Het is gan¬
in de levendigheid en natuur van
als 't ware tot zichtbare muziek
Idioot heeft Moussorgski's rijke
Het is cen muzikale figuur voor
n. 200 waar en die) en medelij¬
nk. als deze muziek is.
bede van het volk op den Tsaren¬
en de verheerlijking van den ge¬
nitri, de monniken met hun Do¬
1# denken W
zijn gezin, dat hif niet kent en zijn werk, dat
hem niet geheel voldoet; von Sala, die zich be¬
wust heeft nitgeleefd en als ook hij met leege
handen blijkt te staan vrijwillig den dood
zoekt; mevrouw Wegrath, wier leven op een
leugen gebouwd was (haar zoon Felix is de
natuurlijke zoon van Fichtner); Wegrath’s
dochter, die in een droom geleefd heeft en die
het werkelijke leven vernietigt; en Irene
Herms, de tooncelspeelster, liefhebbend maar
vereenzaamd, omdat zij geen kinderen heeft.
Felix Wegrath is volgens von Sala de be¬
lofte van cen nieuw geslacht (minder geest en
meer houding), die ten slotte den vader, die
hem verzorgd en opgevoed heeft, verkiest bo¬
ven zijn natuurlijken vader. En dan is daar
nog de dokter, de troostende en gevende fi¬
guur, die zii eenzaam leven leeft en anderen
steunt, terwiil hij zelf zelden of nooit mag ont¬
vangen; z00 verzet Johanna Wegrath zich te¬
gen ziln lietie, alsof hij haar ijand ware.
Schnitzler heeft „deze zeven menschen fot
levende figtren gemaakt, allen zoo verschil¬
lend en alleenstaand, terwijl hun levens toch
in die mate onderling met elkander verstren.
geld ziin en samengegroeid, dat zij als cen ge¬
meenschap amdsen. Hij heeft ze voor ons ont¬
leed in hun diepste wezen met de koelheid en
zekerheid ven cen chirurg, maar ondanks alle
objectivitelt, waarmede hij dit deed, hebben
deze zeven Jeesteskinderen van hem allen ern
gevoeligheid en warmte mede gekregen, die
ons nader tot de menschheid brengt, omdat
deze eenzamne figuren allen zoozeer de gene¬
genheld, de warmte en de liefde behocven,
waarmede zij als onverstandige kinderen spe¬
len, of waarmede door anderen gespeeld wordt.
Het verlangen naar minder geest en meer
levenshoudi###### uit jederen regel, en dit
verlangen Klikt mede als cen belofte.
Schnitzler most dit ziin beste tooneelstuk
achten en velen met hem. Maar wij zijn het
dan met die velenFallerminst eens. Het stuk
doet voortdurend an als litteratuur in dia¬
loogvorm, niet am tooneel en het is een einde¬
loos gemurmel van woorden, soms wel fijn en
soms wel Geffend, naar vermoeiend in hun
door geen utfe gestüiten stroom. Velen in de
zaal zullen gisterawünd cen zucht van verlich¬
ting hebben gesisakt, toen von Sala (Verkade)
200 tegen kwart voor twaalven zei: „Onze
dialogen zijn ten einds!?
We dachten onder de vertooning aan een
ander ook weitverauderd stuk van cenzaam¬
heid: Eenzame Menschen van Hauptmann, en
het aan den Schouwburg aangeslagen Eenzaam
van Fabricius. Aha. Dat is ander werk, geen
litteratuur maar tooneel, geen mededeelingen
van eenige op de planken stilstaande personen,
maar actie, handeling. Er hoeveel echter wor¬
den, zoodra er handeling is, de personen ook
op het tooneel. Nu moeten we meermalen den¬
ken: die Worte thörf ich wohl, allein mir fehlt
der Glauben, Heel, heel laat komen we tot de
ontdekking, dat wertoch eigenlijk den he len
avond naar war ploerten hebben zitten kijken.
Die schilder Fichtner (overigens door v. Dal¬
sum mooi gespeeld) kiest wel hiet geschikte
oogenblik uit om Felix te vertellen, dat zijn
pas overleden znoeder cen misstap heeft be¬
gaan. En den S####mnoge dan den moed heb¬
ben er cen eind aan te maken, de wilze,
waarop hij het hysterische meisje Johanna in
het gezicht var den dood het hof maakt, is cen
even groote grofheid. Verkade speelt de rol
cynisch gendeg, wat te veel als „de Duivel“
en té opzettelijk „badinant avec l'amour“'. Hij
vraagt aan Johunna, als hij van haar weg zal
gaan: Kun je het dragen? op cen manier,
waarop een ander informeeren zou, of een
pakje niet te zwaar is. Nel Stants trachtte het
meisje zooveel leven te leven als mogelijk was.
Maar was het nu heusch wel noodig, met een
grafstem en ten hemel geslagen oogen te con¬
stateeren, dat de tuin zoo klein was, dat men
altijd weer op dezeifde plaats terugkwam? Ook
de figuur van den dokter wist Gilhuys niet
geheel duidelikte maken. Het best nog waren
Hans van Meertenais de bedrogen professor
Wegrath, Sara Heyblom als ziin vrouw en
vooral Elly Reicher als de tooneelspeelster
Irene Herms. Van het rolletje van Felix wist
Dick van Veen weinig te maken.
De décors waren mool, vooral in het vierde
bedriff: strak en suggestief.
De dames Stähts en Reicher en de heer van
Veen kregen, Bloemen.
LAATSTE BERICHTEN
„„ur##var
Belg
De
waar 5
Prins
telijke
gen—
onbeke
geblaze
Nieuw-Al
Loch Go
Promethe.
Euryades
Perseus,
Lycaon,
Oostkerk,
Rijperken
Grotius,
Prinses Ju
Medan, tl
Kawi, th
Saturnus,
Orestes, 29
Riinland
FIEE
Plaatse
Wissel 4
qué 68.20
Berlijn c
AMSTES
2.55 7/8;
Bankp.
1.55—1. 60
Belg.
7.05—7.15
11.87 1
17.45; Prr
Italié 12½
Japan
0.00 3/4;
(cable)
98; Bocks
Algem. E
6 pct. H.
5 1/2 pet.)
Holl. Kug
5 1/2 pct.,
5 1/2 pct.5
Koloniale
Mocara
Pradjekar.
Simau M.
§ 1/2 pet.
7 pet. Ob
7 pct. Ceg
5 1/2 pet.
6 pet. Juri
6 pet. Hy.
7 pet. Con
Argent. n
Bethlehem
4 1/2 pet.
4 pet. Car
pet. Cer¬
7 pct. Ch.
100 1/2.
12 pet.
pet. Chi“
5 1/2 pct.
pet. Cre
pet. Der¬
7 pet. Dep
53/4 pet.