II, Theaterstücke 11, (Reigen, 0), Reigen. Zehn Dialoge, Seite 1123

1
Reigen
box 18/3
Ook
sche
Cer
ren
der
Ver¬
itst
nde
an¬
ge¬
nin-
O1
het
ga.
cte
trij¬
ren
ulp
van
de
„j
gan
nd.
Ne¬
loer
in
ae¬
zenl
116
g6
eh.
ich
je
CH¬
eft
tele
er
de¬
Zi
irc
231
iti¬
en,
n,
ept
in¬
cat
16.
ht-
et“
126
sen
T
Donderdag 3 Augustus 1
KUNST EN LETTEI
2—
Le Gras en
REIGEN,
koningin Lou
Wij ontvungen van den heer Henry van
Multatuli is
Waasdijik een stuk ter plaatsing namens
zij haar toohet
het bestuur der Hamburger Kammerspiele
Mej. Kruser
Indié teruggel
aangaande de opvoering van twee fragmen¬
net onderwijs,
ten van Reigen door het Hofstad Tooncel
trad met den
Waar hetzelfde stuk al twee dagen geleden
men weinig ve
in ccn ander blad heeft gestaan, vinden wis
leen, dat zij
t#
geen aanleiding het in ziin geheel op
had gevestigd
nemen. Wij volstaan met het essentieele
er
even door mi.
uit te vermelden.
bladen, waarut
met het vader
te¬
De heer van Waasdjjk dan komt op
aanhangster w
gen de opvatting van de directie van het
vrouw met der
Hofstad Tosincel; dat Reigen door de
Auteurswet 1012 niet meer beschelund wordt
en het venttochen er van dus volkkomen ge¬
DE OUAES
oorloofd is. Moreel althans, zegt de heer
WILLI
Arthur Schnitzler onbetwistbaar.
„Het kan der directie bekend zijn, dat
Ik had ge
Arthnu Schmitzler cin zeer bepaalde rede¬
de Koos, na
nen tot nu tece geweigerd hecit ziin Reigen
ngezonden
98
in Hollandsche vertaling te doen vertoomen,
hebben. De
aangezien hij er buitengewoon veel waarde
schrijven nief
aan hecht, dat dit bijzondere werk, hetwelk
sieeren, nlij
door vertaling, naar de mecning van Arthur
in zijn schrif
Schmitzler, licht tot ongewenschte vergro¬
mceten weglt
ving aanleiding zou kunnen geven, uitslui¬
ten neveerent
tend in de oorspronkelijke taal voor het
zegt, de leze
Hollandsche pubhiek zciu worden vertoond.
interesseeren
„De geldelijke fooi, die de directie van
portefeuille
het Hofstad-Tocnecl voor Athur Schnittzler
geschied. Ik
in 't vooruitticht stelt, kam het afkeurens¬
cenige minut
waardige van haar handelwijze niet in het
solistenkame
minst vergoelijkken.
dr. de Koos
De heer van Waasdijk voegt aan het bo¬
hem te doen
venstaande nog toc, dat de beoordeeling
impresa
cver de opvoering van de twee dialogem in
Holland
cns Ochtendblad van gisteren des te duide¬
(Insinuatie
lijker heeft deen uitkomen, waanen Schnitz¬
„Oostenrijke,
er stceds de vertaling van dit werk heeft
in het begri
geweigerd, noch tcestemming heeft willen
neer dr. de
verleenen om gedeelten uit Reigen ten too¬
liaan of Eng
neele te brengen. „Eccn of twee dialogen
mit“ preeies-
kunnen nimmer den geest süblimteren, noen
landsnamen)
de bedoeling weerggeven, welke de auteut
Het stuk
in ziin werk heeft gelegd. Voor de opvoe¬
echter, wisl
ring van dit werkk en voornameljjk volch
rüsch tracht
de regie zijn krlachten noodig, breeder en
per op de za
sterker dan waarover het Hofstad Tochecl
Het doet
ondanks alle waardeering voor dit ensem
spreckt van
ble, kan beschikken.
deze hcer g
De hcer Paul Marx mit Weenen, de
zeker de
van het Hamburger
„Oberspielleiter
„2 ij n quär
Kammerspiel ensembic, dat Reigen reede
Toen ik in K
twec jaar onder stijgende belangstelling in
van de relat
Hambung opvoent en deter dagen ccn aan¬
van een even
tal gastvoorstellingen te ’s-Hage zal geven
de Koos hee
lang en zorgwuldig de

heeft destiscs
jjk dr. de
regie met den schrijver persconlijtt over¬
gen en als
wegen en bestudeerd.
had geoor
De daad van diet Hofstad Tooncel mag
cerst tot
dus, afgezien van het onrechtmatige, thans
wend hebbei
na de vertconing worden gekenmerlet als
of bestaan
van weinig piétert getuigende tegenover het
alleen impte
werk van cen voornaam kunstenaar.
naars als
Tot zoower de heer van Waasdijk.
zijn:
* * *
Wat den
Intusschen berciit ons juist cen ingezen¬
baar tegelij
den stuk vin den heer Cor v. d. Lugt Mei¬
den heer
sert, waarin dezo zeigt:
gunieus!! L
„Ik heb de protesten van het Hambur¬
die veel suc
van zin Neder.
ger Toomcelgezelschap,
die in den
van
landschen vertegenwoondliger n
fisch (is
Fischer-Verlag te Berliin wustig naast un
gramme
neergelegd, in de overbiugung, dat deze
rijs ovc
heeren, ender al of niet fraai ockoren