II, Theaterstücke 11, (Reigen, 0), Reigen. Zehn Dialoge, Seite 1130

box 18/3
11. Reigen
echr Vun D. en W. woldt daarna Z. A. S.
aangenomen.
„Set 4
uheng
De vertooning van Reigen.
De heer Quant interpelleert over de vertooning vol
Reigen en stelt in verband hiermee vragen.
De burgemeester antwoordt op de hem gestelde
vragen, dat hij de vertooning nict heeft verboden. Hij
kan nict in twee woorden motivceren, waarom niet.
IIij gaat niet mee met de qualificatie „schunnig“’, door
den heer Quant gebezigd. Do vrang of ecn stuk aan¬
stoot zal geven, is niet zoo gemnkkeljjk te beantwoor¬
den. Dit stuk is voor vertooning zeer weinig geschikt;
bij lezing doct het werk minder onaangenaam aan
dan bij vertooning. Maar het zondigt niet in grovo
mate tegen den goeden smaak. Een andere wraag is,
of het geschikt is voor alle leeftijden. Tevoren is be¬
paald, dat jonge menschen beneden 18 jaar niet wor¬
den toegelaten. Er ziin kleine wijzigingen aange¬
bracht; daarom meende spr., dat het nict woor vol¬
wassenen behoefde te worden verboden.
Op de vraag, of de schouwburgcommissie hierin ge¬
kend is, antwoordt spr., dat volgens het reglemen
twee redelegeerden der commissie hierin gekend
waren. Spr. wiist ook op de beteekenis van den schrif¬
ver van het Stuk.
De heer Quant is verbaasd, dat de voorzitter het
stuk vluchtig heeft ingezien. (De voorzitter werbe¬
tert: „gelezen“’.) Waar wiizigingen noodig waren ge¬
acht, had hij het beter gevonden, dat de voorzitter het
eerst ernstiger had bezien en tevoren wiizigingen had
gemaakt. Spf begrijpt niet, dat de voorzitter het stuk
heeft laten vertoonen.
De heer Wittert van Hoogland geeft zijn meening
als lid van de schonwburgcommissie. Hij stelt op den
voorgrond, dat naar zifn meening van goede kunst
opvoedende kracht voor het wolk kan uitgaan. Hij
meent echter nict, dat wan Reigen opvoedende kracht
kan uitgaan. Z. i. mogen in den Koninklijken Schouw¬
burg alleen stukken worden vertoond, die opvoedende
kracht hebben. Het stuk zondigt naar zijn meening op
grove wiize tegen den goeden smaak. Spr. betoogt, dat
Schnitzler zelf het stuk niet voor vertooning geschikt
vindt. Hier gold het zaak van principieelen aard; hier
konden z. i. dus niet twee gedelegeerden der schonw.
burgcommissie het afdoen.
De voorzitter herinnert aan het reglement, waarin
gesproken wordt van hot verhuren van den Schouw¬
burg. Hij merkt op dat er in dit geval geen tijd was
om de commissie te raadplegen. Hij erkent, dat de
beslissing mocilijk was, maar er zal hier altijd ver¬
scil van 4 #vating zijn.
Welbonder van Vauren heeft het stuk gelezen en
wil geen qualificatie géven. Za. 18 de Schonwburg
Commissie benoemd om te waken tegen onbehoorlijke
stukken. Hlij kan niet begrispen, dat de commissie
haar bevcegdheid aan twce gedelegeender heeft ovr¬
gelaten.
De vcorzitter wiist er op, dat de reden van het
delegeeren van tweo leden is, dat dezen het meest op
de hoogte ziin van kunst. Bijna alle leden der com¬
missie waren thans weg. Tenslotte is het een quaestie
van waardeering. Er is hier alleen verschil van in¬
zicht.
De heer Quant dient em motie in Juidende: De ruad,
van oordeel, dat de voomtelling van het stuk Reigen
niet had mogen worden toegelaten in den Konnklyke
Schouwburg, gaat over toi de orde van den dag.
Verschillende leden verklaren dat gischet stuk niet
kennen.
De heer van der Meulin is tegen zoo'n principieele
slissing in cen zoo onvolledige vergadering.
Mevr. van der Nuyl wijst erop, dat de raad on
voorbereid wordt gevraagd om cen zeer ingrifpende
beslissing. Zij meent, dat niémand thans nitspraak kan
doen. Zy wil uitstel van deze kwestie tot een vol¬
gende vergadering en tot zoo lang schorsing van de
vertooning als dit mogelijk 18.
De heer Wesseling meent, dat de raad op de hoogte
kon zijn van deze qugestie. (Z. i. behosft de raad niet
voor een spoedeischende beslissing terug te deinzen.
De heer Crena de Jongh ziet in de motie-Quant eon
soort censuur, die wordt opgedragen aan de schouw¬
burgcommissie. De censuur behoort bij den burge
De heer Van der Meulen dringt aan op uitstel. Hi
noemt het stuk schandeljjk en stomvervelend. Hu
maakt onderscheid tusschen de censuur van den bur¬
gemeester als hoofd der politie en die van de schouw¬
burgcommissie.
De voorzitter is voor verdaging. Hij wiist er op, dat
practisch de vertooningen niet kunnen worden stop¬
gezet in verband met het contract. Hij is het er mee
cens, dat de schouwburgcommissio zedelijk verant¬
woordelijk is. IIij acht het beter, dat de uitspraak
wordt gedaan in ecn voltallige vergadering.

A e anc
See Ee
in 200'n geval kan doen.
A
S
Thans nog cen enkel woord over Reigen. WWil
hebben reeds gemeld hoe het zat methet bericht van
het Vaderland, dat dit stuk verboden zou zin, Ver¬
boden is het, naar wij hadden meegedceld, niet, wel
zijn er, naar de heer Quant, de interpellant van
bedenmiddag, te verstaan gaf, ernstige stappen ge¬
daan bij den burgemeester, om een verbod te ver#
kriigen. Maar de burgemeester heeft zich daardoor
niet van zijn oorspronkelijke standpunt af laten
brengen, als hij daaraan begon zou hij trouwens
spoedig dagwerk kriigen met verbieden en zon
waarschifnlijk Allerzielen ook spoedig aan de beurt
komen.
De bezwaren schijnen ook van den kant der
schouwburgcommissie g#ive te ziin gekomen. Voon
afzonderlijke verhuringen c.d. heeft deze commissie,
naar wij hedenmidfag vernamen, den administrateny
van den schonwburg, die in geval van twijfel over¬
heeft te plegen met twee gedelegeerden ven de
commlissie, volmacht verleend. Dit trio heeft hef
contract met de Hamburger Kamnerspiele afge¬
sloten, nadat de burgemeester annvankeljjk zijn
toestemming voor de opvoering had verleend. Het
standpunt van den burgemeester was, naar h
hedenmiddag meedeelde, dat Reigen voor opvoering
reinig geschikt is, hij had er naar zijn eigen zeggen
generale repctitie van Zaterdagmiddag cen