II, Theaterstücke 11, (Reigen, 0), Reigen. Zehn Dialoge, Seite 1129

11.
box 18/3
igen
unberechnel
Kansene Zerunn
7 - AUG.
Haag, 7. Aug.(Telegr.) Die Hambinger Kammerspiele unter
Lestung von Erich Ziegler hatten die Absicht, von Sonntag an in der
Königlichen Schauburg im Haag Schnitzsers Reigen aufzuführen.
Der Bürgermeister vom HHaag hat am S die für Sonntag vor¬
mittag geplante erste Aufführung verboten.
bere
De Lolsgraal, Aue“
Abd
von“fragment van „Reigen“ bil het7
Hofstad Tannee
BGRAVENHAGE, 21 Juli. — De directie
7an het. „Hofstad Tponcel“ deelt het volgende
ode
Het bericht, dät Msßher's Verlag té Berliin,
denvaresoning ven Twee Dialogen“ uit den
cyelus ReigensMoor Det Hofstad Tooneel in
het Cabaret Artistique te Scheveningen, ge¬
rechtelijk zou: willen beletten moet op een
misverstand berusten. Het werk is door de
Anteurswei 1912 niet meer beschermd en het
vertoonen daarvan dus volkomen veroorloofd.
De directie van het Hofstad Tooneel zal niet¬
temin, zooals bij haar gebruikelijk is, het Na¬
tionaal Bureau voor Auteursrechten, direc¬
teur: A. Reijding, voor de anteurs ccn ver¬
gbeding aanbieden. — (Corr.-Bur.)
lberechne.
D lesraal, Ansterdam
ICAUG 1822
HET „REIGEN‘-VERBOD.
AMSTERDAM, 18 Aug. — De directie der
„Hamburger Kammerspiele“ schrifft ons:
Nadaf wii de eer en het genoegen hadden
rthur Schfitzler’s „Reigen“ te ’s-Gravenhage
-eDrengen en daarvan op Vrijdag
8 dezer de laatste vertooning te geven, is
ns de toestemming tot opvoering van dit stuk
e Rotterdam, Amsterdam en Utrecht gewei¬
erd, aangezien betreffende autoriteiten tegen
en inhoud van dit werk ernstige bezwaren
geenen te hebben. Dat de schouwburgen in
eze steden daardoor voor ons gesloten blijven,
piit ons ten zeerste, doch meer nog betreuren
vij deze beslissing voor den Weenschen dich¬
er, wiens werk daardoor zoo miskend wordt.
Iet behoeft na het oordeel van de Haägsche
ers niet nader te worden betoogd, dat een
chrijver van universeele beteekenis als Arthur
Schnitzler, zich niet afgeeft met openlijke of
verkapte pornographie. Al moge dit werk van
Schnitzler wellicht gedurfd ziin, het kan tege¬
lijkertijd een kuische schepping worden ge¬
noend, waartoe alleen cen riip kunstenaar in
staat is. N.. Holland zullen wij „Reigen“ in
Denemarken brengen, alwaar van een speel¬
verbod gelukkig geen sprake is.
Al moeten wil volmondig erkennen dat de
bevoegdheid vertooningen al of niet toe te
staan zonder verdere argumentatie bij de auto¬
riteiten berust, wij willen toch, in verband met
de artistieke belangen welke daarmede ge¬
moeid ziin, niet nalaten onze verwondering uit
te drukken dat men bijv. Schnitzler’s „Reigen'
e Amsterdam verbiedt, terwiil aldaar
geregeld een stuk wordt vertoond, waarvan de
titel alleen reeds teonsmakelijk is om te
vermelden.
Dus ook hier kan men constateeren dat op¬
vatting en smaken verschillen. Wij willen dan
ok nogmaals langs dezen weg onzen dank en
ppreciatie naar voren brengen dat men ons te
s-Gravenhage de vertooning van „Reigen)
heeft toegestaan.