II, Theaterstücke 20, Zwischenspiel. Komödie in drei Akten (Neue Ehe, Das leichte Leben, Cäcilie Adams, „Nicht mehr zu dir zu gehn …“, Adagio), Seite 524

nagenegeereene
scho bewijsvoering rustig ontwikkeld wordt
rijsche Temps,
en ons zelf verrukt; wo willen niet: we zijn
, dagelijks on¬
in cen moment van stille overdenking om
cen brokje hu¬
bij het gejaagde rhythme van het leven weer
om over „de
in cen rustigen pas te komen; wo willen
te praten en
niet: wo beleven cen dier zelden terugkes¬
en verwijzing
rendo uren van harmonie met het al en van
ibakkers heb¬
bijzondere zielsverwantschap met éen of met
aar, waarvan
ééne... Tevergeefe! we mocten.
zelf niet eten.
Wo moeten gehoorzamen, of we willen of
r verloren: te
niet. Want het onbekende klopt aan onze
deur. Wie durft 't aan, het buitengesloten te
de Ouden wis¬
houden? We staan op; we laten den draad
t. En dat her¬
van ons artikel vallen; we geven de stille
we jong waren,
rust op; we ontrukken ons aan de omar¬
den vertellen,
ming van het heelal of van con zijner be¬
trouwbaarheid
woners en met wrevel, maar toch onder¬
tde componist
worpen, buigend voor haar dwingelandij, na¬
ropa gezongen
deren wo de telefoon, nomen den haak van
epzinnige noch
den stander en luisteren naar wat zij ons
Lo voilà, Nico¬
to zeggen heeft.
met zelfmoord
Dat is het martelaarschap, dat Graham
us niet buiten
Bell’s uitvinding ons oplegt.
hooren, toege¬
Doch, zoo we het ons niet laten welgeval¬
Le voilà, Nico¬
len en, als hij, de telefoon buiten onze wan¬
igt.
den verbannen, dan zijn we, misschien vrijs
gepleegd; hij
en rustig, maar dan zijn we ook paria's in
telefoon in den
onze moderne samenleving.
men niet meer
e wereld begif¬
ktuig, dat de
halve-wereld¬
KUNST.
ndere mensche¬
niet teruggeno¬
Hamburger Kammerspiele.
daan, de dom¬
I. Zwischenspick.
de menschen
Zaterdagavond is het gezelschap hier, in
gemaakt en
den K. Schouwburg, voor het eerst opge¬
zijn werk mis¬
treden. Ter voldoening aan een verzoek van
Arthur Schnitzler, nict met Reigen. De
schrijver wenschte dat men cerst cen zijner
is jedereen als
andere stukken spelen zou. Ik waag te ver¬
ht de telefoon.
onderstellen dat hij vreesde hier als Reigen¬
len vooruitgang
specialiteib te worden beschouwd. Hiervoor
rimmers voor!
bestond toch waarlijk volstrekt geen gevaar.
r reactie 18
Ons schouwburgpubliek kent zijn Schnitzler #
is niemand,
Intusschen, hebben wij ons allerminst tei
— die hemel z1)
beklagen. Het is in prettig vlug tempo, hech
wisme, dat ons
een uit- en af¬
fiin, prachtig genuanceerd gespeeld onderg
stand en cene
leiding van den directeur der Kammer¬
lerige gevoelens
spiele, Erich Ziegel, die vonral deed uitko¬
niets te dcen
men het uiterst breekbare van den huwe¬
feit valt niet te
lijksband tusschen twee menschen, die zich
erlei vragen op“
boven conventie en sexueele moraal verheven
modernen aard¬
achten en die, bovendien, groote kunstenaars
vooruitgang!
zijn, dus ook nog uiterst gevoelige schepselen
Eertijds, toon de
met zeer levendige verbeelding. Ge kent het
r van heei veel
stuk dat volen onzer meermalen goed heb¬
adat begrijpelijk.
ben zien spelen, doch — vaak änders, mag
tig jaar geleden
ik zeggen: in een anderen toonaard! Hier,
„rei de fin
is de nadruk minder op het avontuur ge¬
ond, waarin, ter
legd dan op de uitwerking daarvan, de
#heid, waarmede
gravin-operazangeres was hier cen volstrekt
lefcon bediend
bijkomstage figuur; hier was de librettist
en, die er bis
volstrekt niet enkel grappig en zei de man,
euwe vertraging
hoewel schertsend, diepzinnige dingen,
neren ons een
waarvan de waarheid hem bewust bleek, ter¬
ezien te hebben,
wiil zijn minder ideale verhouding tot ziin
geschoren werd,
Marie, die met de eerste rollen heoft ge¬
eindelijk uitvie¬
dweept tot ontrouw wordens toe (tot en
niet opschieten¬
mét!) en nu naar de figuranten aan 't af¬
zoodat de man
zakken is, hier zeer in 't voorbijgaan wordt
ezicht naar de
behandeld. Althans, de man is niet in de
weer ouder ge¬
eerste plaats bedrogen echtgenoot of, liever,
jonge man was
een fractie van cen echtgenoot en wel een“
Als een kaalhoof¬
humoristische figuur, maar volstrekt geen
wam hij er uit.
imbeciel of paljas! — Met de grootste be¬
ting-ver-kre-gen.
wondering hebben wij Mirjam Horwitz (wie
inmiddels ziek
hceft haar niet aan't Neues Schauspielhaus
aven
gekend, dat hier met haar in een der hoofd¬
rollen o. a. Nur ein Traum (Februari 1911)
kr. Zij werkt vlug
is komen spelen!) hebben wij Mirjam Hor¬
we zim zonder
witz van Cäcilie zien maken cen heel, hééi
met de „wereld“,
fiin aanvoelende kunstenares en echtgenoote.
le verschillende
Ook zij heeft wel het besef dat er iets änders
redactiebureau
is geworden in haar verhouding tot haar
cen heen en weer
man; maar zij is de wachtende vrouw; hij
rlies meer.
W
zwart scherm met opening voor de, zcer
kan. Cäcilie barst in snikken uit, als haar
kleine, speelruimte, waar juist voor het
Amadeus, zich verlaten wanend, op reis 18
tallernoodigste plaate was. Eonige minuten
gegaan. En heel mooi, heel sober is ook door
Tmoesten tusschen de opvolgende tafereelen
Amadeus (Ziegel zeif) gespeeld. IIij was
verloopen. Dan zaten wij in 't volle licht,
z00 volmaakt wäär in een rol, die zcer zeker
niet tot de type-rollen behoort. En Juist dit j'werd er weer in do zaal gesproken, dreigde
er wel iets aan de continulteit te gaan ont¬
vind ik de groote verdienste van deze oj. voc¬
breken. Wij misten het draaitooncel, waar¬
ring dat zij ccnvondig waar heeft gemaakt
op zulk een serie tafereelen moet worden
een psychologisch gecompliccerd geval nit
wertoond. Maar, men heeft het mogelijke
het leven van een paar uitzonderings men¬
gedaan oin dit bezwaar licht te doen wegen.
schen, wat artisten, die vrij zich gevoelen,
Mirjam Horwitz heeft ons ook in Reigen
die gewoon zijn maanden lang ver van el¬
volmaakt en heerlijk origineel spel gegeven. Zü
kander te leven, immers zijn. En hoe duide¬
I was die junge Frau, die zich verleiden (!!)
Jijk ##en wij de vriendschap tusschen gewe¬
laat, die junge Frau, nog eens, die haar oude¬
zen echtgenooten aan de herlevende liefde
ren echtgenoôt met ongerustheid Hoet ontwaren“
Esterven.
dat hij niet in alle opzichten de leiding heeft.
Paul Marx was kostelijk als de librettist
Annie Reiter was, in 8 en 9 de Schauspielerin.
Albertus Rhon, Annie Reiter zcer ingeto¬
Met hoeveel geest heeft zij gespeeld in de rol,
I gen als diens vrouw Marie, Sendinger was
die Fie Carelsen vervulde in het Cabaret te!
den goede Sigismund en Mela Schwarz
Scheveningen! Welk een sluwe bekoorljjkheid,
maakte wab persoonlijks van de minzieke
welk cen gracieuse onbeschaamdheid en welk
leerling van Amadeus.
#een doortastend geduld liet zij blijken voor den
Het publiek toonde zich zeer voldaan en
dwazen graaf (in 9), belacheljjk van zelfinge¬
Mirjam Horwitz kreeg blcemen.
nomenheid, bekrompenheid, jjdelheid en zelf¬
II. Reigen.
zucht! En hoe heerljjk was Wolf Berkendorff
in de rol van den graaf (in 9). Hjj heeft zin
Het schint dat de burgemeester Reigen
spel tot de grens van het burleske doorgevoerd,
wel — do schouwburgcommissie het stuk ech¬
zonder op te houden hoog komisch te zijn.
fer niet in onzen schouwburg vertoond heeft
Marcella Halicz, Max Wesolowski, Mela
willen hebben. Er zou, nuur mnen vertelt,
Schwarz, Franz Sondinger, Paul Marx, Olga
dus een conflict zin gerezen tusschen het
von Mahr en Rudolf Fernau vervulden de
hcofd der gemecnte en de commisste, die
overige rollen.-Ook voor hen heb ik niets dan
ons ook vroeger door haar beslissingen wel
lof. Het was een genot hen te zien spelen, ape¬
dens heeft verbassd. Men beéft gespeeld.
len öók met de geweldige moeiljjkheden, die
Maar van sommige Bilder moet het een
het vervullen van zoo korte rollen in z00 ge¬
en ander weggelaten zijn. Ik zou niet kun¬
ringe speelruimte meebrengt. Elk gebaar moet
nen zeggen wat precies, ik geloof eonige uit¬
expressief zijn, elke intonatie niet alleen juist,
roepen en andere korte passages, die zekere
maar bovendien z00 suggestief dat het enkele
Fgebeurtenis kenbaar maken op, naar de op¬
woord cen recks gedachtenassociaties in ons
vatting van den burgemeester, te overbo¬
wekt, die het fragmentarische aanvullen tot)
dige wijze. Maar getuigd moet worden dat
ecn compleet portret. Hier moet in elk détail
de tien korte stukjes niets aan duidelijkheid“
Eterstond een maximum worden gegeven, hier is
te wenschen overlieten, al zou er dan flink
geen groei, geen zich herstellen mogeljjk. Hier
gesnoeid zijn.
wordt de tooneelspeelkunst moment-karakte¬
Het resultaat is dat ons die „daad“ het
Fristiek, in den zin van moment-fotografie.
physiologisch moment in de verhouding
Het talrijke publiek heeft getoond deze su¬
tusschen de verliefden of verliefdheid¬
perieure tooneelspeelkunst op de juiste waarde
huichelenden, zoo äkelig onbeduidend voor¬
gte schatten en den spelers met een lang en
komt, dat waarlijk deze opvoering het te¬
genovergestelde doet van prikkelen. Men zou warm applaus beloond. Ook de regisseur (Paul
veeleer Schnitzler kunnen verwijten dat hijf Marx) verdient een woord van hulde.
Dat de burgemeester deze voorstelling voor
deze daad veel meer en bapatelle laat be¬
jonge lieden beneden de 18 jaar niet toeganke¬
handelen door de bedrijvers dan zulks in
ljjk heeft verklaard, kan ik billjjken, 6ök om¬
het werkelijke leven pleegt te geschieden.
dat onze families door dit verbod gewaar¬
Deze tien paren doen meer aan musschen of
schuwd zijn. Maar „onzedeljjk' is Reigen niet.
straathondjes dan aan menschen denken.
Het laat ons de leegheid, de gemeenbeid zien
De paring heeft, in de meeste gevallen, heel
van het vulgaire zingenot en is in dit opzicht
wat ornstiger gevolgen. Schnitzler is het
juist het tegenovergestelde van menig „roman¬
tragische zorgvuldig uit den weg gegaan,
tiek“ stuk of van de zwoele klucht, waar het
heeft slechts het misselijke, leége, leugen¬
ergste kwaad als een grap wordt voorgesteld.
achtige, mercantile het licht willen
Van cen hartverheffend schouwspel heeft
stellen van cen daad, d. door zcovele dich¬
Reigen echter niets! We worden op de meest
ters, tooneelschri,vers en romanciers altijd
artistieke manier, hals over kop, in cen mod¬
maar door is voorgesteld als, dan toch min¬
derbad gesmeten. Maar er is immers modder
stens cen begin of dlot. In Reigen is die
met radium erin!
daad teruggebracht tou con physiologische
1.
functie, waarop terstond voor een der
partijen of voor allebei de ontgeocheling
Het schilderij van Le Fauconnier, onlangs
volgt, zo0 er al begoocheling is geweest.
door den minister van Schoone Kunsten
Reigen vertoont ecn serio van tien paar
van Frankrijk aangekocht, is dezer dagen
menschen, die voor enkele minuten ver¬
cenigd ziin, maar wier zielen volkomen in het Luxembourg geplaatst.
vreemd van elkander blijven en zullen bliy¬
De directie van de Kunstzaal Pictura al¬
er
ven. Niet cens felle begeerte drifft die
hier bereidt voor een tentoonstelling van
stumperds tot elkander. De éen west niet
beelhouwwerk door mej. C. Rueb (22 Sep- g0d
meer hoe hij gekomen is bij het meisje „van
tember—13 October a.s.), mw. Cottrau # #
de vlakte“ en wat er bij haar thuis precics
(voorjaar 1923) en van werk door verschil-feyg
* 1
voorgevallen is; de ander wil het kamer¬
lende beeldhouwers (Juni 1923).
1et Jn.
meisje niet meer zien, zoodra hij haar heeft
# dhr
omhelsd, weer een ander heeft slechts cen
venimige opmerking over voor de „fat¬
FART. DETEÖINTE
soenlijko“ vrouw, die hem in ziin kamer 18
Alle zaken on opdrachten, ook echtse
komen opzocken.,, het is altijd weer de
daad, in haar kleinheid en haar kortston¬
ding. Spreekuur 2—3en 7—8 Obrechtstr.
digheid, die Schnitzler laat zien, met ver¬
(Reclame.
zwijging en wegdoezeling der gevolgen, die
KANF
910
Lan
mn0
d00
pen
s0
gen
heei
dat
21
toch
hem
doo
ren
gevd
loo
lan
hal
a