II, Theaterstücke 20, Zwischenspiel. Komödie in drei Akten (Neue Ehe, Das leichte Leben, Cäcilie Adams, „Nicht mehr zu dir zu gehn …“, Adagio), Seite 530

zelingen als Schnitzler’s „Zwischensplel“ geckt,
niet verleiden tot een korte inhoudsopauve
van drie bedrijven; en des te minder waar
hij hier zeif nauwelijks meer doet dan ont¬
leden, en ons twijfelend laat.
Misschien is het eenvoudigst doordringen in
dezen Schnitzler mogelijk wanneer men ze
ziet ais de verhonding van twee niterst ver¬
Tünge, egolstische, gecompliceerde kunste¬
naarsfiguren, dezen componist Adams en ziin
vrouw de zangeres Cäcilie, die meenen me:
rede en overleg en waarachtige cerlijkheid de
elementaire 'verhouding van man en vrouw
te kunnen regelen. Die, na jaren van geluk.
meenen in een vriendschap die voor den ander
geen geheimen verzwiigt en jeder ziin per¬
soonlijke vrijheid laat, een zuivere sfeer te##
kunnen scheppen, vrij van alle troebelheid van
bedrog En die deze poging zien mislukken
Misschien, omdat zulk een vrijheid voor de
vrouw andere beteekenis heeft dan voor den
man; omdat wat voor den een avontuur voor
den ander nleuw leven is.
Misschien omdat als de elementaire kracht
eenmaal door dit fiingesponnen moderne weef¬
sel van hooggestemde voornemens heen breekt.
het oude geweld, begeerte. haat, moordlust
Iverschlint, dat eigenlijk slechts zoolang onder
het undere verborgen lag. „Wären wij waar?
vräagt Cäcllie aan het slot tragisch Waren
wij niet eerlijker geweest als wij bitterder.
harder, primitiever waren geweest?
Schnitzler stelt hier telkens zulke, vragen¬
aan ziin eigen flguren: hij stelt zelfs in den
ironischen raisonneur Rhon zichzelf met com¬
mentaar op stuk en figuren op de planken.
Hij versmaadt zeifs bij monde van Rhon de
eenvoudigste oplossing, verzoening om bei¬
kind, als theatraal. Kortom hij compliceert
tot bet uiterste ziin uit den aard gecompli¬
ceerde stof
Door als zijn beide hoofüfiguren kunstenaars.
te kiezen, die in hun werk een uitweg vinden
kunnen, stelt hij ziin vragen nog specialer;
en 200 er cen oplossing aanwezig is, dan ware
het deze dat Adams, heengaande, ziin vrouw
voor haar geschreven partituur op den
de
vleugel ligt en dat zjj ze zingen zal.
Men kan van dezen Schnitzler houden of niet
houden: de uiterst füne psrchologische ont¬
leding, de hoogte waarop hij ziin problemen
stelt, de prachtige tegenstelling' van wat deze
problemen voor den man anders doet ziin dan
voor de vrouw: dat alles boeit ons met ziin
Ispel van schakeering en innerlijke handeling.
in een goede opvoering als deze Vooral Vera
Bondam gaf reeds in het eerste bedriff zeer
zuiver die sfeer van onderlinge verwijdering.
waaronder de liefde toch nog sluimert, en mo¬
zeljjk opnieuw bloeien kan; zij wist ook later
met kleine, zekere toetsen de schlinbare on¬
herroepelijkheid van de breuk te geven: 21j
gaf ons die primitieve zuiverbeid van de vron¬
welijke natuur, die rede en theorie te boven
gaat, en die eigenlijk in dezen Schnitzler ons¬
eenige vaste steunpunt is. Laseur maakte Ama¬
deus Adams tot een nobele, met zichzelf strij¬
dende figuur, doorwerkt en menschelljk, vooral
#treffend waar ten slotts jaloezie en bartstocht
de overhand krügen op zün eigen redelhjke
redeneering en #elfbedrog.
En zo0 ging deze tocht van de vriendschap
langs den afgrond der liefde, waarbij strui¬
kelen onvermijdelljk schint, ons in al haar
hopeloosheid en nuances voorbij.
Toch ziln er hier gidsen: de eenvoudiger¬
naturen van Sigismund en Marie Rhon, waar¬
van Cruys Voorbergh voortreffelljk den eerste.
speelde. Toch schijnt het niet onmogelijk dar
Schnitzler na deze mislukking een herstel had
kunnen geven, na die struikeling ecn opstaan..
maar hij beslist daaromtrent niet.
Zjn raisonneur en woordvoerder Rhon, die
Verbeek wel minder hard, en dieper, had kun¬
nen spelen, verdwüint voorzichtig als hij aan
hei slot Cäcilie in haar verdriet ziet Eu 200
gaat bet ons: eerbiedig voor wat hier met
groote füinheid ontleed is, verlaten wij Schnitz¬
ler’s „Intermezzo“: een stuk zonder slot; maar
een motief dat blifft naklinken: Capriccio do¬
loroso
J. W. F. WERUMETS BUNING
(Nadruk verboden).
Louis van Tulder in „Oedipus Rex''te Dresden.
S-GRAVENHAGE. 5 Febr. — Vridag fl. is in
Dresden cen uitvoering gegeven van het werk
„Oedipus Rer“' zan Strawinsky. De titelrei
No 44
S
M.
HRGUS SUISSE ET INTERNATIONA“
DE LA PRESSE S. 4.
23, rue du Rhöne - Genéve
TAdr. télégr.: Coupures-Genèpe — Tél. Stand 40.0%
[Bureau International de coupures de journau
Traductions de et en toutes langues
Correspondants dans toutes les grandes villes
Extrait du Journai:
80
Adresse:
Date:
9
A —
Vereenigd Tooneel.
Intermezzo van Schnitzler.
Men schrifft ons uit Amsterdam:
Men kan zichzelf honderdmaal overreden, dat Schnitz¬
ler als tooneelschrijver verouderd is en dat zisn met
„woorden, woorden, woorden“ ontledende stukken in¬
gaan tegen alles wat wij op het oogenblik wan Fhet
drama verwachten — men moet honderdmaslerkennen,
dat hij over spanningen beschikt, die alleen met een
meesterlijk dramatisch inzicht zoo te bereiken waren.
Dit „Zwischenspiel“ is hier en daar een weinig ouder¬
wetsch geworden aan den buitenkant, in kunstgrepen
als het zingen van een toepasseljjk lied, waaronder het
gordiin op de eerste acte valt, het kind, dat aanleiding
is tot het zeggen van dingen, die zwaar van beteekenis
ziin; de heele, wat omslachtige, en verfinde schildering
van deze kunstenaarsentourage trouwens, waarin een
componist met een beroemde zangeres getrouwd is en
de librettoschrijver van zijn opera huisvriend en raison¬
neur is. Maar op de helft van het eerste bedriff heeft
men zich al gewonnen gegeven.
Schnitzler’s superioriteit als dramaturg ligt in de
woorden, die zelfstandig en actief de eigenlijke hoofd¬
rol vervullen: in het gewone „psychologische praatstuk“
is het te doen om het een of ander innerlijk conflict,
dat nu eenmaal in woorden opgevangen moet worden,
omdat de toeschouwer er anders niets van merken zou,
maar bij Schnitzler ligt het drama in het feit zelf, dat
er woorden noodig zijn en gezegd worden. En in de
wiize, waarop hij ziin terrein voorbereidt en ziin men¬
schen kiest, bewiist Schnitzler ziin grootheid als psycho¬
logisch kunstenaar. Want zijn menschen ziin vrij van
alle vooroordeelen, en van een perfecte en beheerschte
luciditeit in het ondergaan van hun eigen illusies, en
zij hebben, bij een sceptischen levenskijk, het ideaal of
den moed om „cerlijk“ te willen leven. Als zij jong ziin,
zocals Amadeus en Caecillie in Intermezzo, het ideaal;
als zij ouder ziin, zooals de weduwnaar in „Die Ge¬
fährtin“, den moed. Wanneer op deze ruime en uitge¬
zochte hoogte de waarneid een vergissing blijkt, dan is
de vergissing wel onherstelbaar.
Het conf ict wordt op dit terrein zeer zuiver en scherp
gesteld; het is voor bepaalde groepen van menschen
##algemeen inenschelijk“. De groep, waarin Schnitzler
ziin personnages zort, is die van de menschen, die niet
kunnen leven zonder zich rekenschap te geven; met de
rekenschap komen de woorden, met de woorden de
schiln — men ziet, hoe hier de spanning wordt voorbe¬
reid. En daaronder doet dan het leven ziin eigen werk,
##en van die innerliike metamorphoses wordt maar ein deel
door het moeizaam gesponnen netwerk der woorden op¬
gevangen, en men hoort, hoc de toon van het beveiste
schiinbestaan schriller gaat klinken; wanneer dan ten
slotte de onderstroom boven komt en het zelfbedrog
doorbreekt, blijft er een verwarring, die zonder uitzicht
is, maar die, of zjj bitter of geresigneerd is, een eigen
atmospheer om zich heudt, waarin de hardheid door
begrip wort getemperd: Schnitzler’s atmospheer. Z00 is
het in „Der Einsame Weg“, zoo is het in korter bestek en
met een sneller beloop in „Intermezzo.“ Men kan dit
fin de siécle noemen; zijn wij nu werkelijk aan cen
levenshoudling toe, die, even bewust, maar zich niet
meer överbewust voelend, realiseert wat Schnitzler in
ziin Felix Wagrath voorzag: „meer houding, minder
geest“?
Het eerste bedriff van dit „Intermezzo“ is misschien
het-Tenvoudigst en gelijkmatigst van kracht; en Vera
Böndam zette hier haar Csecilie zeer mooi, onmiddellijk
in een zekeren en rustigen toon in, die donker en ge¬
resigneerd aangaf, dat al van dit eerste gesprek af voor
haar tragische ernst is, wat voor den man, Amadeus,
nog maar een scrupuleus verantwoorde afleiding is. Zi]
brästegen elkagr nint; zii bespreken bet sle vrienden ein