II, Theaterstücke 17, (Lebendige Stunden. Vier Einakter, 0), Marionetten. Drei Einakter, Seite 40

box 22/10
17.4. Marionetten— Zukius
soneel ten dienste van #ee be- „


Een genie als Georg Merklin behandelt die anderen
ie telten n dest bele in iun de den prn un.
z00' aardigen
z00 als zij het verdienen. Ze zijt voor hem de stoffage
ken.
kijn eigen houtje,
van zijn eigen ziele-landschap, of, als 't héél mooi is
„Georg Merklin, ongeveer 50 jaar oud, met vollen baard,
opt zonder dat
zijn werk — neen neen, niet „werk“', want cen genie
die al wat grijs wordt, en dik grijs haar. Afgedragen
t moment voor
werkt nu eenmaal niet — zij zijn zijn speelmateriaal.
overjas met opgeslagen kraag, donkere vettig glimmen¬
denken: „Es
„Met menschen spelen, dat is het eenige een man als
de broek, een slappen hoed, stoffige afgeloopen schoe¬
ze läten „wei¬
ik ben waardig.“ Hij speelt met hen. Voorzichtig en wel¬
nen; maar in zijn optreden een zekere, ook uiterlijke,
en de vrouwtjes.
willend, want de macht van zijn gedschte is ecn zoo¬
voornaamheid.'' Zooveel voor het uiterlijk. Men ziet, het
Zjj hebben hôm
danige, dat ook haar meest speclsche aanraking den bro¬
is zorgvuldig geteekend: geen enkel detail of het is
hij hen.
zen zieltjes het leven zou kunnen kosten. Hij heeft er
noodig en voldoende. De man, die veel beloofd heeft en
manier heeft ge¬
de drocve ondervinding van opgedaan, cen dag toen hij
weinig vervuld, de man met gen groote tockomst ach¬
kuur die in den
met een onbekende samen in ecn spoorwegcoupé zat, en
ter zich, is in die verschijmng geteekend.
hij echte „Wen¬
toevallig, terwijl hij den in slaap gevallen man aan¬
manier. Maar
Die hem kenden toen zijn tockomst nog voor hem
keck, dacht: „sterf !“ Hjj dacht het maar uit gekheid.
lag, hielden hem voor een genie; in zijn oordeel van
hij den spot met
Maar de man stierf werkelijk. Toen de trein stilhield
nu waren zjj ook daarom domkoppen. Wat beteekenden
heeft hem ge¬
bleck hij dood in zijn hoek fe zitten. Natuurlijk begreep
de verzen en de romans die hij toen schreef? Minder
heeft hij tege¬
niemand iets van de oorzaak. De dokter zei: hartsver¬
dan niets. Niet dat zij niet cen hoop meer beteekenden
van zijn vroe¬
lamming. De commissaris van politie, bij wien Merklin
dan de verzen en de romans van de anderen, die voor
Schnitzler be¬
zich ging aangeven als den moordenaar, dacht dat hij
genies doorgingen er zichzelf daarvoor hielden. Maar
kulke gespot, die
met cen krankzinnige te doen had. Zoo gaan, nu een¬
alle poezie en kunst is eigenlijk niets. Het we het
teere, zachte din¬
maal de gedachtetjes van inferieure menschen. De ziele¬
echte, het ééne — dat bestaat alleen binnen het
zagen. En die er
speler echter heeft de les onthouden: hij is voorzichti¬
bewustzijn van den kunstenaar. Daar behoeven de ande¬
geen goed woord,
ger omgegaan sedert met zijn speeltuig. En ook dat be¬
ren niets van te merken. Hjj zegt 'ttegen een van die
op zij, terwil
wustzijn geeft hem voldoening. Eigenlijk geeft alles
vroege bewonderaars, een dergenen ook met wie bij
met cen penne¬
hem voldoening! Alles wat „innerlijk'' is, wel te ver¬
zijn poppenspel heeft gespeeld, in zijn eigen idce al¬
staan.
thaus. „Wie zegt je dat ik niet werkeljjk iets grootsch
de bespotte g
Het is niet altijd zoo geweest. Als gezegd — er
ben geworden? Moeten de anderen dat soms merken?
geestigheid nog
cen tijd toen hij verzen maakte. Dat was ook de tijd
Als jij vandaag je oboö verkoopt (de man is muzikant)
sheden, de holle
toen hij vriendschap zocht, en nu en dan liefde, toen!
of jo vingers en je lippen werden lam zoodat je er niet
vroeger in an¬
hij zelfs ecn vrouw „die aan hem geloofde'’ meende noo¬
ieer op kondt blazen, zou-je dan cen geringer virtuoos
nu in hem zelf.
dig te hebben aan eigen haard, zich verheugde over de
zijn dan vroegerP' (Ai, ai! denkt de lezer. Dat heeft
elende blaas waar¬
geboorte van ccn zoon, en verre reizen maakte, „tot in
met zijn arm-loozen Rafaél een zekore Lessing gedaan.)
prikt moest wor¬
Californié en in Indié toe“. Maar die „uiterlijkbeden'
„Of necm aan dat je er geen pleizier meer in hadt,
overwonnen.
die zwakheden heeft hij overwonnen. Het lot heeft
en je gooide je obod ecnvondig uit 't venster omdat
van de drie too¬
hem geholpen daarbij — hot zou het anders? De ge¬
haar klank je niet meer voldeed, — zou je dan geen
arionetton'' ver¬
heime krachten der wereld staan met het genie te al¬
kunstenaar meer gijn, of was je niet, integendecl, dan
1 is alleen maar
len tijde in verband en vriendschap. Zijn vrienden heb¬
pas eerst een echt kunstenaar? Als je het uit het raum
derde „Zum gros¬
ben hiem vergeten, zijn vrouw is van hem weggeloopen,
hadt gegooid, je instrument, dat zoo machteloos was in
nenschen als ma¬
zijn zoontje is gestorven. Juist toen hiet hem gelegen
vergelijking met de goddelijke muziek in je hersens? ——
ste „der Puppen¬
kwam raakte zijn geld op, zoodat hij geen reizen om de
Nu dan, ik heb mijn oboé uit het raam gegooid, zie
n marionetten bij
wereld meer behoefde te maken. Spiraalsgewijze zijn zijn
je. De domkoppen hebben geschreeuwd: er valt hem
s de „held'’ zich
bewegingen altijd kleiner geworden. Nu omvatten zij al¬
niets meer in! Ik laat hen schreeuwen. Den waren kun¬
en mede-spelers
leen nog maar Weenen. En een wandeling van hem even
stenaar kan nooit iets invallen, want hij heeft alles in
dansen. De titel
buiten de stad, lat is méer dan cen ontdekkingstocht
zichzelven — hij heeft de innerlijke volheid. Dat is het,
ljjk opgevat, maar
van anderen! Want overal zijn menschen en velerlei
daarop komt het aan.?
te marionette in
levenslot. Hjj ziet die en dat en speelt er mee. Nie¬
„Het is of ik je gisteren pas hetzelfde had hooren
het woord meent,
mand wect dat. Als Harun-al-Raschid gaat hij ongekend
zeggen!'' antwoordt de bewonderende. „En dat is toch
heusche-menschen¬
en machtig door het gewoel. De menschen, wier lor hij
al elf juar geleden!'“
die denkbeeidige
met een gedachte-beweging verandert, weten niet van
Elf jaar lang teren op en genoeg hebben aan, het
enschdom als ziin
hem.
bewustzjjn van „innerlijke volbeid'' — dat beteckent
unnen behandelen.
Zoo nu met dien ex-bewonderaar, dien Eduard Jagisch,
nlaat dansen aan
toch wat !
dien hij nu, na elf jaar terugvindt, in een vaste be¬
En wat cen stumperds, stakkerds, arme idioten lijken
ij zelf, voor aller
trekking, getrouwd, en met een kind. Jagisch heeft dat
däar tegen aan gehouden menschen, die zich voor ecnig
hsaan zijn eigen
alles, wat voor zulk cen man geluk beteekent, 200
werk, welk ook, moeite geven en voor gun geluk de
haar nauwkeurigvreugde noodig hebben anderen nit dat werk ontstaug! Metig het hem zelven schifnen mag, aan hôm, aan
Merklin te danken. Jagisch was ee
leeljjke onhandige jongen, naar
meisje omgekeken had. Het was
trouwente geven. Merklin beduic
Jagisch in den waan te brengen
Van dat oogenblik af was de man
hij nu, tevreden. En geen flauw
het zoo ver is gekomen! Met een
nisch en welwillend ziet de schep
lot Jagisch, terwijl hij in naieve v
belen over de voordeelen van het
nen, — al is het op barre wintera
tocht van de opera waar hij als
zit naar huis — buiten de stad, w
ziin neus maar uit het keukenven
om de lekkere geuren uit den tug
beneden te ruiken. Dat is allemaa
kinderlijk — om niet cens te ###
ondankbaar; het wordt Merklin t##
en met een enkel woord, openbaart
waarheid. Hij is eenigszins verbaa
meer door getroffen wordt. Nog
in mevrouw Jagisch, die met haar
thuiskomt, het vriendinnetje herker
den. Allermeest verbaasd wanneer
len hoe zijn geheim al bijna dac
avond tusschen hen tweeön geen
weest, en hoe Anna, in ernst verli
na is gereisd toen hij met zijn en
was gegaan. Maar hij herstelt zie
Menschen van zijn slag veroorzake
zelf weten of willen. Dat is hien
Hjj wordt wel eon seconde lang
gewonnen hoogte: Want nu hoort
voor de geheele comedie met
heeft laten vinden, omdat zij toe
hield, en ziin jaloezie hoopte gaan
des-betoon aan een ander. Maar de
bijgaande zwakheid. En als hij
ziet, mompelt hij, glimlachend:
„Als je bedenkt dat hij nooit
ik dien avond niet mijn idee had
van miin gril, wanrachtig!“
Is 't niet compleet?
Daarom heeft Schnitzler ziin
goedgemankt. Of hij met deze sp
leven heeft gered? Dat van moe
weg naar den dood is bezaai'l me
4n