T
elenraaf K#
Na
9• MATIR
Het Arthur Schnitzler-nummer der „Neue
Rundschau“
Hef Arthur Schnitzler-nummer
der-Näffe Rudschau opent met een groot essay
van Richard Specht, een gedeelte van een
werk over Schnitzler, dat dezer dagen bij
S. Fischer verschiinen zal. Oscar Bie en
Raoul Auernheimer openen dan de
rij der huldigende literatoren, waarna Her¬
man Bahr ziin „lieber Arthur“ geluk¬
wenscht.
„Als men de zeden, denkwiizen en levens¬
het teedere avondrood, waarin
wiize van
Oestenrijk zich spiegelde, zal hebben door¬
schouwd, dan zal men dien kunstenaar de
vcorkeur geven die dat avondrood van 1890
tot 1920 het zuiverst weerspiegelt. En die,
beste Arthur, zijt gij (want ik zeif kom daar¬
om al niet in aanmerking omdat ik het avond¬
rood voor een zonsopgang hield; in 't gunstig¬
sto geval moet ik mij tevreden stellen met de
onsterfelijkheid van een spotvogel).
Als geen van ons heb je de laatste schoon¬
heid van het langzaam uitdoovend Weenen met
teedere hand gevat, je was de dokter aan de
stervenssponde, je hebt het inniger liefgehad
dan een van ons, omdat je al wist dat er geen
hoop meer was. Juist de naamlooze melan¬
cholie, die mij soms ongedullig over je werk
en hifna over jezelf deed worden, verzekert
je toekomst: als een rocrend afscheid van
Oostenrijk leven ze, zoolang nog cen dank¬
bare herinnering aan de keizerstad niet ge¬
heel zal ziin uitgedoofd. Je beut de laatste
dichter van hun doodsangst geweest“.
S. Fischer, die al de werken van
Schnitzler uitgaf, volgt met ecn hartelijk
woord.
Gerhart Hauptmann, die zooals
bekend — eveneens spoedig zestig jaar wondt,
schrifft dan:
Schnitzler apprecieeren beteekent cultuur be¬
zitten, en zich tot Schnitzler aangetrokken
voelen, beteekent cultuur zocken. Veel meer
dan nu het geval is, moet Schnitzler gespeeld
worden.
Van Hofmannstal legt er vooral den
nadruk op hoe Schnitzler reeds van den aller¬
eersten tijd, de knappe dramaticus en novel¬
list was, die hij nu nog is, hoe „Anatol“
evenals ziin vertelling „Reichtum' het aller¬
cerste was wat hij schreek.
box 39//3
Hamburger Fremdenblatt
Mu
u
Ausschnitt aus der Nummer vom:
Rn
Archur Schnitzter.
Der österreichische Dichter begeht am 15. Mal seinen
00. Goburtstag. Er hat wesentlich andere literarliche
Qualitäten als sie dem heutigen Theaterpublikum durch
Whleigen“ bekannt geworden sind. Ris Mitglied der
Jungöster eichischen Dichtergrupße hat er jei en ersten
großen Erfolg mit dem Drama „Tiebelei“ errungen, in
dem sich leine künstlerische Wesensart scharf ensbrückt.
elenraaf K#
Na
9• MATIR
Het Arthur Schnitzler-nummer der „Neue
Rundschau“
Hef Arthur Schnitzler-nummer
der-Näffe Rudschau opent met een groot essay
van Richard Specht, een gedeelte van een
werk over Schnitzler, dat dezer dagen bij
S. Fischer verschiinen zal. Oscar Bie en
Raoul Auernheimer openen dan de
rij der huldigende literatoren, waarna Her¬
man Bahr ziin „lieber Arthur“ geluk¬
wenscht.
„Als men de zeden, denkwiizen en levens¬
het teedere avondrood, waarin
wiize van
Oestenrijk zich spiegelde, zal hebben door¬
schouwd, dan zal men dien kunstenaar de
vcorkeur geven die dat avondrood van 1890
tot 1920 het zuiverst weerspiegelt. En die,
beste Arthur, zijt gij (want ik zeif kom daar¬
om al niet in aanmerking omdat ik het avond¬
rood voor een zonsopgang hield; in 't gunstig¬
sto geval moet ik mij tevreden stellen met de
onsterfelijkheid van een spotvogel).
Als geen van ons heb je de laatste schoon¬
heid van het langzaam uitdoovend Weenen met
teedere hand gevat, je was de dokter aan de
stervenssponde, je hebt het inniger liefgehad
dan een van ons, omdat je al wist dat er geen
hoop meer was. Juist de naamlooze melan¬
cholie, die mij soms ongedullig over je werk
en hifna over jezelf deed worden, verzekert
je toekomst: als een rocrend afscheid van
Oostenrijk leven ze, zoolang nog cen dank¬
bare herinnering aan de keizerstad niet ge¬
heel zal ziin uitgedoofd. Je beut de laatste
dichter van hun doodsangst geweest“.
S. Fischer, die al de werken van
Schnitzler uitgaf, volgt met ecn hartelijk
woord.
Gerhart Hauptmann, die zooals
bekend — eveneens spoedig zestig jaar wondt,
schrifft dan:
Schnitzler apprecieeren beteekent cultuur be¬
zitten, en zich tot Schnitzler aangetrokken
voelen, beteekent cultuur zocken. Veel meer
dan nu het geval is, moet Schnitzler gespeeld
worden.
Van Hofmannstal legt er vooral den
nadruk op hoe Schnitzler reeds van den aller¬
eersten tijd, de knappe dramaticus en novel¬
list was, die hij nu nog is, hoe „Anatol“
evenals ziin vertelling „Reichtum' het aller¬
cerste was wat hij schreek.
box 39//3
Hamburger Fremdenblatt
Mu
u
Ausschnitt aus der Nummer vom:
Rn
Archur Schnitzter.
Der österreichische Dichter begeht am 15. Mal seinen
00. Goburtstag. Er hat wesentlich andere literarliche
Qualitäten als sie dem heutigen Theaterpublikum durch
Whleigen“ bekannt geworden sind. Ris Mitglied der
Jungöster eichischen Dichtergrupße hat er jei en ersten
großen Erfolg mit dem Drama „Tiebelei“ errungen, in
dem sich leine künstlerische Wesensart scharf ensbrückt.